dinsdag 18 december 2018

"Mag er ook ruimte zijn voor verdriet?" Over de kunst van het rouwen...


De feestdagen naderen en voor mensen die met verlies kampen zijn dit vaak confronterende, pijnlijke dagen. Je moet de feesttafel voor een persoon minder dekken. Het lukt je niet om die ene lege stoel niet te zien en juist, te midden van iedereen, kun je je zo eenzaam voelen. In deze blog wil ik graag aandacht besteden aan de rouwenden van nu. Opdat zij juist in deze tijd ook gezien worden en er ruimte mag zijn voor hun niet te onderschatten pijn. 

In mijn praktijk voor kunstzinnige therapie hebben de meeste volwassenen te maken met rouwproblematiek in de breedste zin van het woord. Rouw door het verlies van gezondheid. Rouw door het verlies van werk. Rouw door het verlies van contact. Rouw door het verlies van dierbaren. Rouw kan traumatisch zijn, zeker als de omgeving niet begripvol reageert. En dat gebeurt helaas maar al te vaak…

"In mijn geval overleed mijn dierbare plotseling. Ik was compleet in shock en kon het niet geloven. Het schijnt dat de hersenen je voor de pijn beschermen door dat ongeloof. Begrijpelijk, want wanneer het wél doordrong, werd ik verscheurd door het verdriet. De pijn was bijna onmenselijk, de emoties te veel, te groot, overweldigend…’’

Yvonne Peschier
'de sterrendaalders'
De cliënte uit het voorbeeld kwam in deze eerste fase van verdriet en ongeloof naar mijn praktijk. In die periode was houvast nodig. Ze koos fijne, eenvoudige, voedende beelden en tekende ze met pastelkrijt na, stap voor stap.  Het natekenen stimuleert de waarneming, in het hier en nu. De patiënte gaf aan dat ze constant met de overledene bezig was, allerlei associaties had en dat zichzelf afleiden niet lukte. Behalve tijdens deze oefeningen. Bij het natekenen kun je je even op iets concreets focussen. Het pastelkrijt spreekt daarnaast het gevoel aan (door de kleur en de techniek) en het geeft houvast (het loopt niet uit). Het beeld wat gekozen was, vormde vaak uitgangspunt voor gesprek over gevoelens. Het verhaal over het intense verlies en ook de mooie herinneringen, kwamen gedurende de sessies stap voor stap naar buiten. Op de tafel stonden thee en koekjes; ook de inwendige mens werd uitgenodigd weer momenten te genieten.

“Tijdens deze vreselijk pijnlijke rouwperiode is helaas niet altijd warm en begripvol gereageerd door mijn omgeving. Sommige mensen zeiden niets of vermeden contact, zo pijnlijk! Alsof het verdriet er niet mag zijn. Als ik me begaf in groepjes mensen, werd er vaak geen rekening gehouden met me wat betreft de gespreksonderwerpen. Ik snap wel dat dat kan gebeuren, maar mensen kunnen er toch wel een klein beetje over nadenken? Moet je per se iemand die nét zijn dierbare kwijt is geraakt confronteren met grapjes over de dood? Moet je net nu zeggen dat je uitkijkt naar het weekendje weg met z’n allen, terwijl er iemand tegenover je zit die nog maar net beseft nooit meer compleet te zijn thuis? Dan is er nog de andere kant: sommige mensen bleven maar herhalen dat ik door moest gaan en positief moest denken. Waarom mag je niet óók verdrietig zijn en moeite hebben met het feit dat iemand onverwacht uit je leven gerukt is? Door dit onbegrip kreeg ik de ingrediënten voor PTSS (posttraumatische stressstoornis) toen op een presenteerblaadje aangeboden. Het voelde dikwijls nog als een trap na dat mijn omgeving er niet altijd voor mij was. Alsof het verdriet er niet mocht zijn, alsof ík er niet mocht zijn.  Je voelt je al snel te veel en dat triggert het gevoel dat je diep onder de dekens wil duiken.”

Kon ik maar zeggen: in die periode deden we vooral… maar dat kan niet. Het is namelijk geen periode, het is niet afgerond, het is helaas nog steeds realiteit. Niet in elke sessie even intens, maar dikwijls bekruipt mij het gevoel dat sommige mensen in de omgeving klaar zijn met het verlies van de rouwende. Dat het maar eens over moet zijn, streep eronder en klaar. ‘Schouders eronder, smile it away. Niet zo sippen hoor, gewoon doorzetten.’ Ook zijn er dan nog mensen die aan leedconcurrentie doen. Die vinden dat je niet mag klagen, want bij die of die was het erger, of: ‘we maken allemaal wel eens wat mee, we hebben allemaal zo onze dingetjes. Je hoeft er niet steeds de aandacht op te vestigen.’ Ze willen het liefst dat je het onderwerp mijdt en ze vinden het ongezond dat je nog wel eens kleine tekens van pijn laat blijken; ze vinden dat je erin blijft hangen.

Vergeten wordt dat het gevoel van verlies je elke keer weer overvalt: soms met een bepaalde datum (zoals een verjaardag of sterfdag), maar ook zomaar plotseling als je iets ziet, hoort of ruikt wat een bepaalde herinnering oproept. Manu Keirse (bekende rouwspecialist) zei het eens zo treffend: "Rouw is als een schaduw die met een mens meegaat, soms is hij onzichtbaar, soms gaat hij met je mee, en dan ineens als je de hoek omgaat, valt hij zo maar voor je voeten.”

In de therapie mag er altijd ruimte zijn voor verdriet en zoeken we met de beeldende materialen wat daar het beste bij aansluit voor dat moment. Soms is het intuïtief tekenen met pastel, ondertussen ontladen (ook in woorden, het verhaal vertellen) en daarna kijken wat zichtbaar wordt in kleur en vorm. Een mooie quote erop schrijven helpt nog extra dit gevoel onder woorden te brengen. De andere keer gaan we verder met collages maken: plaatjes en tekstjes worden geordend op het papier (en in het hoofd). Soms pakken we klei voor extra houvast en stevigheid: eerst doorkneden en daardoor ontladen (ook in woorden, het verhaal vertellen), dan tot een bol vormen en bij jezelf komen, van daaruit tot vorm brengen. Ook het nat-in-nat schilderen is een prettige techniek, omdat je daarbij (door de uitlopende kleurvlakken) ervaart los te laten. En zo zijn er nog meer technieken te bedenken, zoals het laag over laag schilderen met acryl op groot doek met spalters en sponzen, elke sessie weer een laag passend bij het gevoel van dat moment, of grote bewegingen met houtskool of papier scheuren (tot kleine snippers van verdriet) en deze bij elkaar plakken (en zo weer helen). Alle gevoelens mogen er zijn, ze mogen hier volop stromen. Er is ruimte voor het verhaal, waarbij het verdriet en gemis wordt verweven in het leven van de rouwende. Cliënt X vertelde de kunstzinnige therapie te ervaren als verzachtende zalf voor de ziel en het gekwetste hart.

“Je echte vrienden snappen dat je iets is overkomen waar jij niet om gevraagd hebt en ze zijn blij voor je als je kleine overwinningen op jezelf doet.”

“Tijdens deze intense rouwperiode ben ik veranderd. Mijn zorgeloosheid en onbevangenheid is weg. Vroeger was ik echt een gangmaker, vol energie en plannen. Nu ben ik wat rustiger. Maar er zit nog steeds wel een stukje in mij dat hetzelfde is gebleven; zo geniet ik nog steeds van wat het leven te bieden heeft. Zelfs door mijn tranen heen kon ik de schoonheid van een bloem, zonsondergang, muziekstuk, een mooie zin of kunstwerk zien. Je vindt bij mij nu alleen iets anders dan vroeger. Toen was ik de vrolijkerd, die je een goed gevoel gaf over jezelf. Ik was iemand die urenlang naar je kon luisteren en altijd positief en aanmoedigend was… Sommige mensen hebben het geduld niet om nu ook naar mij te luisteren. Of ze willen alleen met me omgaan als het ze geen energie kost. Ze schrijven je af. Geen fijn gevoel.

Aan de andere kant een schrale troost dat je, door zo’n fase, gauw ontdekt wie je échte vrienden blijken te zijn en wie toch kennissen waren. Die echte vrienden, dat zijn degenen die er wél zijn, die je verlies méé voelen en je respecteren zoals je nú bent. Zij snappen dat je iets is overkomen waar jij niet om gevraagd hebt. Je kunt er niets aan doen.

Zij zijn blij voor je als je kleine overwinningen op jezelf doet (dat kan in het begin al een wandelingetje buiten de deur zijn, of het bekijken van een foto van vroeger, en in een latere fase is het de ene keer een verjaardag bijwonen en een andere keer een presentatie geven) en geven je het gevoel dat je welkom bent. Ze zijn blij je te zien. Dit soort mensen versterken je zelfvertrouwen en ze motiveren je om initiatief te tonen.”

Naast het rouwen speelt natuurlijk ook de levensfase mee. De patiënte uit het voorbeeld is adolescente. Door de verdrietige gebeurtenis staat haar leven stil. Stappen die ze zou zetten, zijn even niet meer aan de orde of worden uitgesteld.  Het leven van de omgeving gaat ondertussen door. Het is iets wat ik vaker hoor en het is een machteloos gevoel. Mensen om je heen gaan trouwen en krijgen kinderen, jouw leven staat stil. Je gunt het iedereen maar soms doet het pijn. Je mist aansluiting, gespreksonderwerpen en voelt pijnlijk dat je niet alleen je dierbare mist, maar ook het leven wat je ooit ook zo rooskleurig voor je zag.

Marit Tornqvist 'groter dan een droom'
“Wat ik fijn had gevonden en nog steeds prettig vindt, is een luisterend oor. Luister naar mijn verhaal, toon begrip voor mijn gevoelens en ga naast me staan (geen tips, adviezen of verhalen over anderen). Soms wat afleiding, soms ook gewoon mij even laten. Zeg niet dat ik je altijd kan bellen, want dat kan ik niet. Doe een concreet voorstel, zoals boodschappen doen of iets koken. Of, nog beter, laten we samen onderzoeken wat mij kan helpen, want dit verschilt van moment tot moment. En als je niet weet wat je moet zeggen, zeg dat!  Als het lukt, blijf contact zoeken. Het kan zijn dat ik er nu juist wel behoefte aan heb, terwijl ik eerder de energie niet eens had om de deur uit te gaan.’’

We stellen de vraag ‘hoe gaat het?’ in het dagelijks leven eigenlijk best vaak. Meestal rekenen we erop dat iemand zegt ‘goed’ en gaan we direct weer door. Besef goed wat je vraagt als je een rouwende tegenkomt. Wat betekent deze vraag? Heb je ruimte in tijd en aandacht om naar het antwoord van de rouwende te luisteren? Of om er gewoon te zijn. Het is zo waardevol als je naast de rouwende gaat zitten en uitstraalt dat alles goed is, dat niets gek is, dat ook tranen niet erg zijn. Weet dat je geen grootse gebaren hoeft te maken, maar met aandacht en oprechte interesse al veel voor iemand kan betekenen. Ik hoop dat mensen die rouwen niet alleen terecht kunnen bij een therapeut, maar vooral terecht kunnen bij hun omgeving. Dat ook de omgeving zegt: “Er is ruimte voor verdriet. Nu en ook in de tijd die nog voor ons ligt.”

“Wat ik graag zou willen, is dat mensen beter leren omgaan met rouwenden. In andere culturen is het vaak veel vanzelfsprekender om over leven en dood te praten en om warmte bieden aan hen die het nodig hebben. Daar hoeft het niet alleen maar leuk en vluchtig te zijn. Maar goed, ik woon hier en ik wil me best aanpassen. Weet dat ik echt niet over moeilijke dingen wil praten, zoals de begrafenis, de kist of andere ’enge’ dingen, maar enkel kwijt wil hoe ik me voel en ook zou willen vertellen wie ik zo mis. Die persoon is dan wel fysiek niet meer op aarde, maar neemt nog steeds een plaats in in mijn wereld. Laat die persoon er ook zijn… Dan kan ik ook mezelf zijn. Waarom is het moeilijk om te luisteren naar kleine details of verhalen over die persoon? Ik zou graag die herinneringen met je delen met een lach en een traan.”

*Dit artikel is geschreven door Yvonne Peschier (kunstzinnig vaktherapeut beeldend) en cliënt X, rouwende na het verlies van een dierbare. Voor vragen kunt u contact opnemen via yvonne@kunstzinnigetherapie.info / www.kunstzinnigetherapie.info