dinsdag 5 december 2017

De kunst van het versterken van gezondheid

Als je gevraagd wordt of je gezond bent, wat antwoord je dan? Heb je bij het beantwoorden van je vraag je fysieke, geestelijke en sociale toestand afgewogen en daarbij gekeken naar de aan- of afwezigheid van ziektes en gebreken? Of heb je breder gekeken en naast je klachten ook je krachten meegenomen en naar je gezondheid gekeken als vermogen om je aan te passen en je eigen regie te voeren bij de sociale, fysieke en emotionele uitdagingen van het leven?

In mijn eigen praktijk heb ik cliënten met allerlei klachten en hulpvragen in behandeling:  van spanning en stress gerelateerde klachten tot rouwproblematiek door het verlies van gezondheid, werk of dierbaren in de naaste omgeving. In de kunstzinnige therapie wordt niet specifiek ingezoomd op deze klachten, maar worden ze meegenomen in het totale beeld van de mens. Wie is deze mens? Wat heeft iemand nodig? Welke kunstzinnige oefening past daarbij? Dit beeld wordt duidelijker als de cliënt ‘in gesprek gaat’ met de kunstzinnige middelen en naar buiten komt wat (meestal onbewust) in iemand leeft. Het beeld wat ontstaan is en de manier waarop de cliënt het gecreëerd heeft, vormen uitgangspunt voor de verdere begeleiding.

In die verdere begeleiding wordt (meestal) niet verder ingezoomd op de klacht, maar juist dat wat gezond is aangesproken en versterkt. De kunstzinnige oefeningen staan in dienst van het behandeldoel en zijn individueel afgestemd. Kunst als gepersonaliseerd medicijn zou je kunnen zeggen.  Stap voor stap, want er verandert iets van binnen en dat vraagt tijd, komt een ontwikkeling op gang. Een ontwikkeling waarbij de ziekte of klachten als minder zwaar worden ervaren (of zelfs verdwijnen) en er weer gekeken kan worden naar dat wat nog wel kan. Hierdoor komt een stuk levenskracht terug, groeit het zelfvertrouwen, komen cliënten weer in beweging (fysiek, maar zeker ook mentaal en sociaal) en wordt er weer gekeken naar mogelijkheden en kansen wat bijdraagt aan de kwaliteit van leven en zingeving.

Bijzonder is het, elke keer weer, dat het ziek zijn door cliënten ook kan worden gezien als mogelijkheid om te groeien op andere vlakken. Het deels wegvallen van de ene dimensie van gezondheid vraagt van de cliënt het vermogen aan te passen en de regie te blijven voeren over de andere dimensies van gezondheid. De kunstzinnige therapie kan daarbij ondersteunen, waardoor acceptatie kan ontstaan bij de weggevallen dimensie van gezondheid en kracht en vertrouwen geput kan worden uit het aanspreken en versterken van de andere dimensies van gezondheid.

Uiteraard geldt dit hele verhaal over hoe kunst kan bijdragen aan het versterken van gezondheid niet alleen voor de cliënten uit mijn eigen praktijk, maar zeker ook veel de patiënten (en bewoners) in het zieken- en verpleeghuis, zo blijkt elke keer weer uit mijn ervaring. 


Gespreksinstrument Instituut Positieve Gezondheid, versie 1.0, okt. 2016.
Wil je meer lezen over positieve gezondheid, kijk dan op https://ipositivehealth.com/. Op deze website vind je ook het hier boven afgebeelde gespreksinstrument. 


Yvonne Peschier
kunstzinnig vaktherapeut beeldend
www.kunstzinnigetherapie.info 
yvonne@kunstzinnigetherapie.info 

vrijdag 3 november 2017

De kunst van het verwijzen

Niet alle cliënten of patiënten melden zich uit zichzelf aan voor de kunstzinnige therapie. Vaak is er iemand nodig die hen erop wijst. Dat kan een arts zijn of een psycholoog, maar ook een verpleegkundige, leerkracht of iemand in de naaste omgeving. De beste verwijzers zijn vaak de mensen die zelf kunstzinnige therapie hebben gevolgd of dit hebben ervaren in een ervaringsgerichte klinische les of workshop. Met andere woorden: je moet er eens van geproefd hebben!

In het ziekenhuis merk ik dat het aantal verwijzingen sterk kan fluctueren: op verpleegafdelingen waar ik meer zichtbaar ben (omdat ik daar patiënten begeleid) komen er ook meer verwijzingen, waardoor ik op die afdeling dus zichtbaar blijf en vice versa. Ook merk ik dat de meegegeven indicatie sterk kan verschillen: van heel specifiek tot redelijk vaag zoals ‘misschien is het iets’. Door het inlezen in het patiëntendossier en het kennismakingsgesprek met de patiënt kom ik vaak wel op een idee voor een eerste sessie en kan de therapie starten. Gedurende de eerste sessie worden vaak de onderliggende thema’s vanzelf duidelijk en geeft dit aanknopingspunten voor de verdere begeleiding. Uiteindelijk kom je er dus wel, maar met een specifiekere verwijzing kom je er vaak wel sneller.

Gedurende een langere periode heb ik bijgehouden wie er met name verwijzen, welke indicaties meegegeven worden en of de patiënt daadwerkelijk mee wil doen met de kunstzinnige therapie. Studenten verpleegkunde hebben bij de verwijzers onderzocht welke indicaties zij achteraf konden benoemen, dus als de therapie al heeft plaatsgevonden. Hier bleek een significant verschil: vooraf waren de indicaties vaak vaag, terwijl achteraf veel preciezer kon worden benoemd wat het effect was van de therapie. Verwijzers gaven tevens aan behoefte te hebben aan meer informatie over de kunstzinnige therapie.

Onder verpleegkundigen (de belangrijkste verwijzers, bleek uit het onderzoek) werden aandachtsvelders gevraagd: verpleegkundigen die open staan voor de kunstzinnige therapie, nieuwsgierig zijn naar de mogelijkheden en hun enthousiasme kunnen overbrengen op hun collega’s en met name de patiënten. De aandachtsvelders is de mogelijkheid geboden een proefsessie kunstzinnige therapie te volgen, in de veronderstelling dat het zelf ervaren bij kan dragen aan de beeldvorming.

Dit proeven gebeurt ook buiten het ziekenhuis, bijvoorbeeld in mijn eigen atelier/ praktijk. De afgelopen jaren heb ik heel wat (oud-)collega’s (uit het onderwijs of de zorg) in het atelier ontvangen om deel te nemen aan een workshop of cursus. Het effect is vaak verwondering door de kracht van het materiaal en de techniek en de betekenis van het beeld wat ontstaat. Van ‘heerlijk om te doen’ en ‘ik wist niet dat ik dat kon’ tot ‘ik herken mezelf in de manier van werken’ of ‘het beeld toont hoe ik me van binnen voel’. Zelf ben ik vaak verwonderd over de totale stilte die er tijdens het werken is, ondanks de soms best wel grote groepen. Iedereen wordt als het ware in zijn eigen werk gezogen, gaat daar op ontdekkingsreis tussen vorm, kleur en beweging; het kopje thee wordt vaak koud (als men er niet al per ongeluk de penseel in heeft gedoopt) en de tijd wordt vergeten.

Kom ook eens proeven van de kunstzinnige therapie en merk het effect op je beeldvorming als mogelijke verwijzer, maar bovenal: merk hoe het ook je eigen levenskracht aanspreekt en bijdraagt aan je eigen gezondheid. Je kunt immers pas echt iets goed voorschotelen als je er zelf van geproefd hebt!  
Kom ook eens proeven van de kunstzinnige therapie!
Yvonne Peschier
kunstzinnig vaktherapeut beeldend
www.kunstzinnigetherapie.info 
yvonne@kunstzinnigetherapie.info 

zondag 8 oktober 2017

De week van de vaktherapeut



Afgelopen week, van maandag 2 oktober tot en met zondag 8 oktober 2017 was het de week van de vaktherapie. In deze blog geef ik je daarom een inkijkje in mijn werkweek als kunstzinnig vaktherapeut beeldend. Ik hoop dat het je beeld over vaktherapie verruimt!

Maandag 2 oktober, de week van de vaktherapie is begonnen. Eerst met de fiets naar het revalidatiecentrum. Deze ochtend zal ik daar 4 cliënten beeldende vaktherapie geven. Ik start altijd met het klaarzetten van de materialen in de ruimte die ik mag gebruiken. Een lichte ruimte met buitenlicht en wat schilder- en tekenwerk op de wand ter inspiratie en de verbinding met de seizoenen. Op deze locatie werk ik met diverse (geriatrische) doelgroepen: neuro-, oncologische en orthopedische revalidanten, volwassenen met COPD of hartproblemen en ouderen met Parkinson. Na de sessies van vandaag is de opbrengst van de verschillende cliënten: een verbeterde stemming, een verbeterde spraak, een nieuw inzicht en minder spanning. Een mooie opbrengst die ik snel rapporteer voordat ik deze locatie weer voor een weekje gedag zeg. Met de fiets naar de andere kant van de stad naar mijn eigen atelier/ praktijk. De cliënt die was ingepland, is door ziekte uitgevallen, maar ik heb mijn tijd hard nodig om mijn workshop voor de ‘Onderwijsparade’ voor te bereiden. Een workshop over ‘de kunst van het kijken’ voor ouders/ opvoeders. Doordat ik de afgelopen periode er al verschillende malen mijn gedachten over had laten gaan, verloopt deze werkmiddag voorspoedig. Voor ik het weet, is mijn Powerpoint klaar, heb ik gelamineerde kijkkaartjes gemaakt (om mee te geven na de workshop) en heb ik wat promotiemateriaal verzameld, kan altijd van pas komen. Zo’n presentatie kan natuurlijk mensen naar mijn website lokken, bedenk ik me ineens. Mooie reden om daar ook weer eens kritisch naar te kijken en het weer een beetje up-to-date maken. De middag vliegt voorbij.

Dinsdag 3 oktober, vandaag werk ik op twee locaties; ik begin in een multicultureel verpleeghuis voor ouderen met dementie. In dit huis wonen de ouderen per cultuur in dezelfde woongroep, zijn de woongroepen qua inrichting en sfeer zoveel mogelijk cultureel herkenbaar ingericht en is ook het personeel (voor zover mogelijk) van de oorspronkelijke, herkenbare cultuur. In dit huis geef ik therapie in de woonkamer van elke woongroep. Ookal werk ik individueel, de andere bewoners worden automatisch meegenomen in de sfeer van de sessie en kijken vaak belangstellend mee. Soms werkt de bewoner zelfstandig, maar meestal ontstaat het werk door er samen aan te werken of teken of schilder ik voor de bewoners. Dit laatste doe ik als de bewoners er praktisch niet meer uitkomen en het voor de beleving fijner is als ik ze meeneem in de sfeer. De sessies zijn altijd afgestemd op wie ik voor me heb: kijkend naar wie iemand was of (als de voorstelling niet meer herkend wordt) wat iemand nodig heeft qua kleur en vorm. In dit huis heb ik altijd het idee dat ik op reis ben tussen de verschillende culturen, ook deze ochtend heb ik weer een wereldreis gemaakt. De middag ben ik in een verpleeghuis waar mensen wonen die om lichamelijke redenen niet meer thuis kunnen wonen. Ze hebben een eigen kamer met badkamer en maken gebruik van de faciliteiten van het huis: de maaltijden, diverse activiteiten en therapieën. In dit huis bezoek ik verschillende bewoners, meestal word ik gevraagd vanwege stemmingsproblematiek. Verlies van gezondheid, verlies van het zelfstandigheid, verlies van naasten enz. Door het samen tekenen en schilderen krijgt het leven weer kleur, merkt de bewoner dat hij/zij nog wel iets kan en daarin zelfs vooruit kan gaan, kan de bewoner weer een stukje regie pakken en krijgen de gesprekken met de zorg en naasten een positieve wending. Naast de individuele therapieën, waarin ieder ook de kans krijgt de zorgen te uiten, heb ik twee keer per maand ook een groepstherapie ‘De vruchten van het leven’, waarin we samen kijken naar en praten over een kunstwerk en daarbij de link leggen naar het eigen leven. Ik heb hier wel eens eerder over geschreven in een van mijn blogs. Vandaag heb ik de groepstherapie niet, dat scheelt, want ik heb mijn tijd hard nodig voor het voorbereiden van de kunstroute. Ter gelegenheid van het 50-jarig bestaan van het huis, heb ik alle bewoners gevraagd naar een kunstwerk en verhaal. Van borduurwerk tot vakantiesouvenir, van huwelijkscadeau tot zelf gemaakt schilderijtje. Elk kunstwerk staat op de foto en is met het verhaaltje erbij in een lijstje gedaan. Vandaag worden ze opgehangen bij de kamers van de bewoners. Ik ben benieuwd naar de reacties!

Woensdag 4 oktober, vandaag sta ik op de Onderwijsparade, een evenement voor ouders/ opvoeders georganiseerd door de gemeente Rotterdam in samenwerking met onderwijsprofessionals. Nu heb ik, voordat ik fulltime vaktherapeut werd, ruim 13 jaar in het basisonderwijs gewerkt, op verschillende scholen en voor alle groepen. Ik vond dat ik me dus wel kon aanmelden om een workshop te verzorgen over ‘de kunst van het kijken’. Over hoe het kijken naar kunst je kan helpen je waarneming te versterken. Het gaat dus niet om de kunst op zich, maar om het kijken. In mijn opleiding tot vaktherapeut ben ik eindeloos geschoold in het waarnemend vermogen en een aantal jaar geleden heb ik daar bovenop nog een extra scholing gevolgd tot VTS-coach. In de workshop kan ik alles integreren: VTS-coaching, vaktherapie beeldend en mijn onderwijservaring. Wat heb ik een zin in deze dag, want wat is er nou leuker om mensen te enthousiasmeren over dat waar je zelf zo enthousiast over bent?! Nog even een fotootje posten op de sociale media (ook dat hoort bij de ZZP-vaktherapeut) en eens kijken wie er nog meer zijn afgekomen op dit evenement. In de workshop wordt enthousiast meegedaan door de deelnemers. Nog wat onwennig over de methode die ik hanteer (Visual Thinking Strategies), want ik vraag alleen maar door (en onthoud mezelf van elk oordeel of eigen inbreng). Aan het einde van de workshop heb ik een groep enthousiaste ouders voor mijn neus, die zelf met de methode met hun kind aan de slag gaan en hier ook over verder gaan vertellen op de school van hun kind(eren). Ik kom graag langs om het team en/of een oudergroep te enthousiasmeren, dat lijkt me echt fantastisch. Want een verbeterde waarneming levert zoveel op: zowel op het gebied van leerprestaties als in de sociale context. Aan het einde van de ochtend heb ik niet alleen een interessante workshop gegeven (ik stuiter er nog van na), maar ook gesproken met andere onderwijsprofessionals en in die gesprekken zijn weer nieuwe ideeën/ plannen ontstaan. Wat een leuk evenement, wat goed dat de gemeente dit organiseert! Snel door naar mijn eigen praktijk, want vanmiddag verwacht ik nog een paar cliënten. Ik heb een prachtige, ruimte in een voormalig schoolpand met veel licht en uitkijkend op het groen. Iedereen die hier komt voor therapie, een workshop of training voelt zich hier direct op zijn gemak. In mijn praktijk ontvang ik een grote verscheidenheid aan cliënten: alle leeftijden, zowel mannen als vrouwen, van concentratieproblemen tot het niet kunnen ontspannen, van basisschoolkind tot puber, van jong volwassenen tot ouderen. Vaak weet men vooraf niet goed wat met moet verwachten, maar is men achteraf blij verrast en worden soms ook de andere gezinsleden aangemeld. Ik geniet van mijn eigen praktijk. Alle ruimte en vrijheid om de therapie vorm te geven zoals ik dat het best vind passen bij de cliënt die voor me zit. Ik merk dat mijn praktijk flink gegroeid is de laatste jaren, dat geeft best een kick!

Donderdag 5 oktober, vandaag werk ik in het ziekenhuis met oncologiepatiënten. Dit werk doe ik al ruim 7 jaar en nog steeds geeft het me veel voldoening. Het is ontzettend mooi om met kunst iets te kunnen betekenen voor mensen die op zo’n moeilijk punt zitten in hun biografie in een wereld tussen hoop en vrees. Deze mensen maken op mij een diepe indruk en vaak moet ik na een sessie weer even ‘bijkomen’. Ik zie patiënten die net de diagnose hebben gekregen en nog amper (kunnen) beseffen wat hen is overkomen en wat ze te wachten staat. Ik zie patiënten soms maanden achtereen, waarbij ze tussen de chemokuren door vaak maar kort thuis zijn en dan weer met allerlei complicaties worden opgenomen. Ik zie patiënten soms na jaren weer terug, omdat de ziekte weer terug is. Vandaag vind ik in mijn mailbox een aantal mailtjes van nabestaanden. Een weduwnaar vertelt me dat zijn vrouw onlangs is overleden, de rouwkaart is bijgevoegd. Op de rouwkaart zie ik de afbeelding waar ze  met pastelkrijt en –potloden zo enthousiast aan gewerkt had in het ziekenhuis. Ze had genoten van de kunstzinnige therapie; ik ben dankbaar dat ik haar heb mogen begeleiden. De andere mails zijn van nabestaanden die graag een exemplaar van ‘het boek’ willen hebben, ter nagedachtenis. In het boek vertellen patiënten met kanker in woord en beeld hun ervaring met kunstzinnige therapie. Het is een prachtige bundel geworden met, naast ervaringen van patiënten, ook ervaringen van artsen, verpleegkundigen en anderen. In augustus hebben we het gepresenteerd en, dankzij financiële steun, kan het boek geschonken worden aan patiënten en hun naasten. Goh, dat een deel van mijn werkzaamheden zou bestaan uit contact met nabestaanden, dat had ik niet gedacht toen ik hier begon met werken… Uiteraard bezoek ik vandaag ook patiënten om samen te schilderen of tekenen. Als ze te moe/ te ziek zijn kan het ook voorschilderen zijn of alleen een praatje. Soms hang ik wat teken- of schilderwerk aan de muur, leuk om naar te kijken vanuit bed. Tussendoor loop ik nog even bij een collega binnen, zij heeft onlangs het boek gelezen en vindt dat het niet bij een boek moet blijven. “Deze ervaringen verdienen het om tentoongesteld te worden,” zei ze enthousiast. Dat zou ik ook wel willen, evenals een tweede druk van het boek die ik ook te koop mag aanbieden. Naast het geven van kunstzinnige therapie, ben ik in het ziekenhuis ook altijd bezig met een  stukje ondernemen. Samen met mijn collega van de muziektherapie; we bundelen onze krachten en zetten samen de vaktherapie in het ziekenhuis steeds beter op de kaart. Na deze werkdag ontmoet ik op het Centraal Station een docent van de opleiding verpleegkunde. Een aantal jaren geleden hebben wij elkaar (via studenten die onderzoek deden naar verwijzingen kunstzinnige therapie in het ziekenhuis) leren kennen en sindsdien ben ik als gastdocent betrokken bij een aantal vakken. Het vak ‘zelfzorg’ in de minor Oncologie en vanaf dit collegejaar ook het hogeschoolbreed keuzevak ‘kunst als medicijn’. Vandaag gaan we samen naar een symposium in het kader van ‘de week van de vaktherapie’. Een avondvullend programma ligt voor ons met presentaties over waar vaktherapie nu staat en de onderzoeksagenda voor de komende jaren, heel indrukwekkend! Daarnaast worden nog meer onderzoeken gepresenteerd. Geïnspireerd reis ik weer naar huis en surf ik nog een beetje op sociale media of ik nog iets interessants tegenkom over vaktherapie. En ja hoor, een artikel over burn-out is vandaag gepost. Voor dat artikel was ik enige tijd geleden geïnterviewd. Leuk dat het precies nu, in de week van de vaktherapie, is verschenen. Uiteraard deel ik het direct verder.

Vrijdag 6 oktober, de hele dag werk ik in het ziekenhuis, ik hoef me vandaag niet te verplaatsen of om te schakelen naar een andere doelgroep. Ook wel eens fijn, bedenk ik me. Vooraf weet ik nooit hoe de dag zal lopen, uiteraard maak ik afspraken met patiënten, maar in het ziekenhuis kan er altijd iets tussenkomen. Soms is de patiënt ineens te ziek, soms moet er acuut een onderzoek plaatsvinden en het komt ook voor dat een patiënt ineens eerder dan verwacht naar huis mag dan gedacht. Aan het eind van deze dag heb ik diverse sessies gevuld met pasteltekenen, nat-in-nat-schilderen, gedichten/ teksten schrijven  en praatjes met patiënten. De dag vliegt voorbij en ik besluit een aantal taken op mijn ‘to-lijstje’ te zetten voor de volgende week. Alleen een facebookberichtje plaats ik nog even snel; over een borstkankerevenement waar ik (namens ons team Welzijn & Ontspanning) een kunstzinnige workshop zal verzorgen, dat kan niet wachten. Wil je meer weten over deze bijzondere werkplek, dan raad ik je aan het boek ‘Voor even weer gezond, gedichten en verhalen geïnspireerd op ontmoetingen met patiënten met kanker’ te lezen. Dit boek is wel gewoon verkrijgbaar in verkoopversie.

Zaterdag 7 oktober, vandaag is de open dag in het verpleeghuis waar ik op dinsdagmiddag werkzaam ben. Samen met de muziektherapeut vullen we een woonkamer met vaktherapie. De muziektherapeut heeft haar instrumenten uitgestald en ik heb een tafel vol met kunst: van mooie afbeeldingen tot divers schilder- en tekenmateriaal en natuurlijk een inkijkje in het groepsprogramma ‘Vruchten van het leven’. Diverse bewoners komen langs soms samen met hun familie. Ook mensen van buitenaf komen een kijkje nemen. Trots hoor ik de teamleider vertellen over de vaktherapie. Wou, dat hebben we toch maar mooi op de kaart gezet in dit huis! Thuis werk ik nog even aan een facebookpost van het kennisnetwerk waar ik in zit. Het is het kennisnetwerk vaktherapie en oncologie. Juist in deze week, de week van de vaktherapie, vind ik dat we onszelf even goed in beeld mogen brengen. Wie zijn nou de vaktherapeuten die het kennisnetwerk vormen? De post wordt direct gezien, leuk gevonden en verder gedeeld. Super, zo zetten we samen vaktherapie in het oncologisch werkveld op de kaart!

Zondag 8 oktober, de laatste dag van ‘de week van de vaktherapie’. Een dag waarop ik mijn hele week in woorden probeer te vangen, met een terugblik en een vooruitblik. Wat een afwisselende week en wat heb ik veel gewerkt! Gelukkig is niet elke week zo intensief, maar als vaktherapeut is het wel vaak afwisselend. Vrijwel nooit werk je ergens fulltime op één plek in één team. Deze afwisseling maakt het intensief, maar ook uitdagend; steeds kan ik me weer ergens fris aan verbinden en laat ik het ook weer los als mijn werk op die plek erop zit. Ik kijk alvast vooruit, maak mijn to-do-lijst (voor mijn niet-loondienstwerk) voor komende week: uitwerken gastcolleges hogeschool, inplannen workshops atelier en belangstellenden hierover informeren, een start maken met de Btw-aangifte, een projectvoorstel uitwerken voor een instelling die mij benaderd heeft, ateliermaterialen checken en evt. inkopen om aan te vullen, nog wat sociale media berichten inplannen ook voor het kennisnetwerk en dan zal er vast nog wel wat bijkomen, maar dat zie ik dan wel. 

De week van de vaktherapie voor deze vaktherapeut zit erop, ik hoop dat het je beeld over vaktherapie heeft verruimd!

Yvonne Peschier
kunstzinnig vaktherapeut beeldend
www.kunstzinnigetherapie.info 
yvonne@kunstzinnigetherapie.info 





woensdag 30 augustus 2017

De kunst van het concentreren

De boeken zijn gekaft, de agenda is nog vrijwel leeg; het nieuwe schooljaar is begonnen. Het is altijd weer even inkomen na zo’n lange zomervakantie waarin niets moet en alles mag. Waar voor de een het nieuwe schooljaar vol zit met uitdagingen van nieuwe leerstof, wordt het voor de ander een uitdaging vooral het hoofd boven water te houden met de grote hoeveelheid huiswerk. Veel scholieren kampen met concentratieproblemen, maar daar is wat aan te doen.

In mijn praktijk begeleid ik naast volwassenen en basisschoolkinderen ook scholieren en jongeren. In deze levensfase speelt het meedoen een grote rol: sociale contacten, erbij horen, steun van anderen, samen leuke dingen doen, maar ook zorg voor de ander. Zo maakte een middelbare scholiere zich ontzettend veel zorgen om een goede vriendin die leed aan een ernstige ziekte. De zorgen hadden grote invloed op haar dagelijkse leven: ze sliep slecht, zat niet lekker in haar vel, had moeite met concentreren, moeite met hulp vragen en ze had moeite het overzicht te houden over haar agenda.

In de therapie hebben we eerst ingespeeld op het ontspannen: het hoofd leegmaken door al tekenend en schilderend vooral in de sfeer te blijven, met mooie, fijne kleuren, een rustige penseelstreek en lettend op de ademhaling. Als het werk af was, bekeken we het vaak van verschillende kanten en bespraken we of dat juist wel of niet fijn voelde en waar dit dan aan lag. Met de tips voor thuis ging ze wisselend aan de slag: soms met veel enthousiasme, de andere keer vergat ze de tips toe te passen.

Na verloop van tijd kon ze de zorgen iets meer van zich afzetten en konden we de stap maken naar het waarnemend tekenen. Ze koos een afbeelding die ze mooi vond en die nog redelijk overzichtelijk was. Stap voor stap tekenden we de afbeelding na, werkend vanuit het geheel met grote kleurvlakken naar meer details en vorm. Door deze manier konden we overzicht houden over het geheel, daarbij steeds afstand nemen en alle details plaatsen in de context van het groter geheel. We hebben meerdere keren aan de tekening gewerkt, waardoor ze ervaren heeft dat iets niet in één keer af moet zijn en dat je (als je weer fris kijkt) soms ineens ziet wat er moet gebeuren. Ze heeft toen ook het natekenen thuis uitgeprobeerd.

Tot slot zijn we aan de slag gegaan met geometrisch tekenen. Wiskundige (ze had overigens een hekel aan wiskunde) vormen verschenen op het papier met behulp van een passer, geodriehoek, liniaal en diverse tekenmaterialen. We bouwden de figuren op in moeilijkheidsgraad, moesten steeds goed kijken of het nog klopte en konden na afloop als beloning het geheel (op geordende wijze) kleur geven en er zo kunstwerkjes van maken. Ze raakte ontzettend enthousiast en ging ook thuis (en soms ook tijdens de les op school) geometrisch tekenen. We bespraken op welke momenten ze het beste de oefeningen kon inzetten: voorafgaand en tussen het huiswerk maken door en steeds beperkt qua tijd; ze zette daarvoor een timer in. Ze leerde te voelen wanneer haar concentratie afnam, zette dan de oefeningen in en pakte daarna het leerwerk weer op. Vol trots liet ze de geometrische kunstwerken zien die ze thuis had gemaakt.

De laatste sessies van het traject hebben we de frequentie afgebouwd en niet meer wekelijks afgesproken. Ook gaf ik haar de opdracht na te denken in hoeverre ze mij nog nodig had. In de sessies hebben we een start gemaakt met het tekenen van een Keltisch vlechtwerk; ze vond het leuk het voorbeeld te ontwarren en stapje voor stapje haar eigen vlechtwerk te creëren. De laatste keer kwam ze vol vertrouwen en met een stralende lach mijn atelier binnen, ze was er klaar voor af te ronden: ze maakte zich minder zorgen, had een betere concentratie en dit werd bevestigd door de goede cijfers van de laatste proefwerkweek. Vol vertrouwen kon ze nu haar eigen therapeut zijn als het nodig was: schilderen bij zorgen, waarnemend tekenen om afstand te nemen en overzicht te houden en natuurlijk het geometrisch tekenen om haar concentratie te stimuleren.

En zorgzaam als ze was, heeft ze zelfs verschillende klasgenoten kunstzinnige therapie aangeraden. De kracht zit ‘m wat haar betreft in de creatieve insteek en de individuele benadering. Dus beste ouders en docenten van scholieren, denk eens aan kunstzinnige therapie als je je zorgen maakt om een leerling. Vaak betaalt de aanvullende zorgverzekering daar ook nog een stukje in mee. 


Geometrisch tekenen: ordenen, structureren, overzicht houden;
ook concentreren kun je leren! 
Meer informatie en aanmelden: www.kunstzinnigetherapie.info
Praktijk 'Kunstzinnige Therapie Yvonne Peschier'

zondag 6 augustus 2017

Met een potlood kijk je beter!


In de zomer trekken we er op uit, lekker naar buiten. Heb je er wel eens aan gedacht in je tas ook wat tekenspullen te stoppen? Gewoon een potloodje met een klein schetsboekje kan al voldoende zijn. Maar natuurlijk kun je ook diverse (kleur)potloden, aquarelverf en penselen meenemen. Wat je daarmee gaat doen? Gewoon tekenen wat je ziet!

Als je gaat tekenen wat je ziet, ga je anders kijken naar de wereld om je heen.

Ten eerste kijk je al beter om je heen of je ergens iets ziet wat jij wilt schetsen. Dat kan van alles zijn: van gebouwen en terrasjes tot de flora en fauna die je omgeving rijk is. Het kan groot, bijvoorbeeld een landschap of skyline, maar ook klein, bijvoorbeeld de bloemetjes op het tafeltje van het terras waar je net bent neergestreken.

Ten tweede kijk je beter naar je gekozen object, omdat je het zo precies mogelijk gaat natekenen. Je zult goed moeten kijken naar de precieze vormen, de onderlinge verhoudingen, de lichtval en ga zo maar door. In het Rijksmuseum zeggen ze niet voor niets: “Met een potlood kijk je beter.” (Je kunt in het museum deelnemen aan de populaire tekentours.)

Ten derde gebeurt er nog iets: het object wat je getekend hebt, heb je je mee verbonden voor een langere tijd; je hebt het goed bekeken (hierbij gebruik je je hoofd) en het nagetekend (hierbij gebruik je ook je lijf). Grote kans dat het object beter wordt opgeslagen in je herinnering en je elke keer als je het weer ziet, je iets bijzonders voelt bij dat object. Een gevoel van herkenning en verbinding, mogelijk zelfs een gevoel van enthousiasme.

Genoeg redenen dus om je tekenspullen mee te nemen als je op pad gaat. En wil je ook eens in groepsverband tekenen: doe dan mee met een ‘sketchcrawl’, een evenement waarin enthousiastelingen gezamenlijk gaan tekenen in een vooraf bepaalde plek in een stad. Het voordeel van het gezamenlijke zit ‘m in de uitwisseling: je inspireert elkaar en je verbetert daardoor je techniek. En het is nog gezellig ook om samen te tekenen, zo blijkt ook uit de animo voor de tekentours in het museum. Deel je je schetsen op Instagram of in één van de Facebookgroepen? Ik ga je volgen en wie weet ontmoeten we elkaar een keer op een van de ‘sketchcrawls’, leuk!


zondag 28 mei 2017

Tijd om je innerlijk kind wakker te maken!

Waarom mag kunst en creativiteit niet gewoon een proces zijn waarbij je lekker mag spelen en experimenteren zonder dat het iets hoeft voor te stellen?

In mijn praktijk begeleid ik veel kinderen in de basisschoolleeftijd. Aan het einde van elke sessie laat het kind dikwijls trots zien wat hij/zij heeft gecreëerd. Vaak reageren de ouders met de beste bedoelingen met een ‘Wat mooi!’ of een belangstellend ‘Wat is het?’, niet beseffende dat met zulke opmerkingen het resultaat voorop wordt gesteld en het werkstuk dus iets moet voorstellen. Het komt ook voor dat kinderen uit zichzelf gaan vertellen wat het moet voorstellen, zelfs als tijdens de sessie daar helemaal niet over gesproken is en de ouders daar ook helemaal niet naar vragen. Waar komt dit toch vandaan?

Als ik in het ziekenhuis, verpleeghuis of revalidatiecentrum naar nieuwe patiënten/ cliënten wordt verwezen, is regelmatig de eerste reactie: “Ik ben helemaal niet kunstzinnig.” Ook wordt er gereageerd met: “Ik kan helemaal niet schilderen of tekenen.” Vrijwel altijd moet ik dan uitleggen dat bij kunstzinnige therapie het resultaat helemaal niet belangrijk is, maar dat het gaat om het proces n.a.v. een hulpvraag, doel of thema. Bij volwassenen lijkt er dus een enorme drempel te zijn om met kunst en creativiteit aan de slag te gaan. Waar komt dit toch vandaan?

Waarom mag kunst en creativiteit niet gewoon een proces zijn waarbij je lekker mag spelen en experimenteren zonder dat het iets hoeft voor te stellen?

Zou het te maken hebben met de tijd waarin we leven in een maatschappij waarin productiviteit, prestaties en opbrengstgericht werken centraal staan?

Karel Appel
Misschien zijn we dan juist wel toe aan bevrijdende, spontane kunst, waarin het experimenteren voorop staat. Een tijd waarin volwassenen hun innerlijk kind wakker maken en het creëren het doel is niet de creatie. Een tijd waarin een kind ook weer kind mag zijn en niet geremd wordt door (creatieve) faalangst.

Als kunstzinnig therapeut ben ik vrijwel dagelijks getuige van het ontwaken van het innerlijk kind. Het ontwaken wat gepaard gaat met enthousiasme, energie en vooral licht en lucht, waarbij de zwaarte verdwijnt, het allemaal niet meer zo precies hoeft, grenzen worden verkend en het plezier voorop staat. En dit zie je ook terug in de werkstukken: beweging, dynamiek, expressie, spontaniteit, plezier!

En zo’n werkstuk nodigt natuurlijk uit voor een gesprek, waarin je vooral over het proces vragen kunt stellen. Je zou bijvoorbeeld kunnen vragen hoe het was om te doen of kunnen informeren hoe het werk ontstaan is. Daarbij kun je informeren naar de manier van werken, maar ook naar de volgorde waarin het ontstaan is. Je zou het werk kunnen draaien en het samen eens van de andere kant bekijken. En zo zijn er nog veel meer mogelijkheden.

Door deze manier van werken, kijken en het bespreken merk ik dat niet alleen het (innerlijk) kind gedurende het therapeutisch traject groeit, maar ook de ouders (of de naasten) groeien mee. Hoe mooi is dat! 

donderdag 27 april 2017

De boom-huis-mens-tekening

Dit jaar bestaat mijn praktijk 5 jaar, een mooie reden om eens de aandacht te besteden aan de doelgroep die ik de afgelopen jaren het meest in de praktijk heb gehad: kinderen.

Kunstzinnige therapie bij kinderen

Als de balans tussen lichaam, ziel en geest verstoord is, geven kinderen signalen. Dit kunnen lichamelijke of sociaal-emotionele signalen zijn zoals buikpijn, hoofdpijn, astma, eczeem, piekeren, nachtmerries, somberheid, bedplassen, nagelbijten, pesten of gepest worden, (faal)angst, onzekerheid, concentratieproblemen, nare gedachten hebben…
  
Kunstzinnige therapie kan helpen deze balans weer te vinden. Zo kan een angstig kind weer zelfvertrouwen ontwikkelen, een overbeweeglijk kind leren omgaan met grenzen of een somber kind weer kleur leren ervaren en in beweging komen.

Kunstzinnige therapie kan ondersteuning bieden bij ontwikkelingsstoornissen zoals ADHD of autisme. Kunstzinnige therapie kan tevens ondersteunend werken bij kinderen met leesproblemen en dyslexie. De bovengenoemde signalen kunnen ook bij deze kinderen voorkomen, naast de problematiek van de stoornis.
  
Het fijne van kunstzinnige therapie is, dat er niet altijd een gesprek nodig is. Zo kunnen ook kinderen die moeilijk kunnen communiceren zich toch uiten. Daarbij is het creatief en kunstzinnig bezigzijn iets wat kinderen over het algemeen graag doen.

De boom-huis-mens-tekening

In deze blog wil ik graag de aandacht besteden aan één van mijn vaste opdrachten: de boom-huis-mens-tekening. Deze tekenopdracht geef ik zowel aan het begin als aan het einde van het traject. Dezelfde tekenopdracht dus, zodat goed zichtbaar kan worden wat de ontwikkelingen zijn. In de laatste sessie, waarin we (het kind, de ouders en ik) terugblikken op het hele traject, kijken we goed naar de twee tekeningen. Wat zien we? Wat valt op? Hoe voelt het? Herken je dit?

Zo had ik laatst een meisje die op de eerste tekening een mensfiguurtje had getekend die gebogen stond en hard aan het werk was (aan het sneeuwscheppen). Op de laatste tekening stond het figuurtje rechtop en stond er een schommel in de buurt om lekker te kunnen spelen. Ik vroeg het meisje zo te gaan staan als in de tekeningen en aan te geven hoe het voelt. Bij de tweede houding begon ze te stralen, zo voelde ze zich nu, ze was enorm gegroeid gedurende het traject!

Een ander voorbeeld van hoe goed de boom-huis-mens-tekening zichtbaar maakt wat de ontwikkelingen zijn, is van de 4-jarige Huub. Kijk en vergelijk. In slechts 12 weken tijd is Huub ontzettend gegroeid. In de tekening wordt het zelfvertrouwen goed zichtbaar: Huub durft weer, voelt zich vrij en blij, hij loopt niet meer vast, begint gewoon en merkt dat het lukt. En dit is exact het beeld op sociaal-emotioneel gebied: Huub kan praten over zijn gevoelens, is weer vrolijk en blij en in de klas laat hij zich nu ook zien (op een fijne manier).


Uiteraard kun je nog veel meer informatie aflezen uit de boom-huis-mens-tekening, die je samen met je observaties en in gesprek met de ouders kunt interpreteren.

Wil je meer weten over de effecten van kunstzinnige therapie voor kinderen? Lees dan ook mijn blog kunstzinnige therapie brengt kinderen spelenderwijs in balans.


maandag 27 maart 2017

Je bent nooit te oud om te leren

96 jaar was ze, mijn oudste cliënt ooit. Ze had last van doofheid en kon daardoor moeilijk communiceren. Een isolement lag op de loer. Na alles wat ze in haar leven had meegemaakt, waren dat twee redenen waarom ik werd gevraagd kennis met haar te maken. 

Ze vond de kunstzinnige therapie geweldig! Ze keek er elke week weer naar uit, genoot met volle teugen tijdens het contact en ze keek er ook met veel plezier op terug. We schilderden samen op één vel. De schilderplank rustte op onze bovenbenen (de tafel was te hoog voor de tengere dame), zodat ik ondersteboven moest werken (iets wat ik overigens vaker doe*). Ze wilde alles leren en lette daarom goed op: haar ogen en handen volgden mijn penseel als ik liet zien wat ik bedoelde qua technieken (uitleggen ging natuurlijk niet door haar doofheid). Ze maakte dikwijls grapjes als “Doe ik het goed? Anders krijg ik een standje van de meester.” De medewerkers van het verpleeghuis gebruikten de teken- en schilderwerken vaak als mogelijkheid contact met de vrouw te leggen. Iets wat haar ontzettend goed deed. 

De laatste weken ging ze hard achteruit, maar ze wilde blijven schilderen. “Je knapt er toch zo van op hè,” zei ze dan. Op een dag gaf ze aan dat we maar een keertje over moesten slaan. Ik kreeg meteen een voorgevoel. “Ik kan ook voor u schilderen,” stelde ik voor. “Dan kunt u lekker kijken en hoeft u zich niet in te spannen. Zie het maar als een cadeautje,” voegde ik er nog aan toe, zodat ze me niet zou wegsturen. 

Even later schilderde ik voor haar een sfeerbeeld met zachte tinten, donker van buiten, lichter naar binnen toe, een beeld wat geborgenheid kan oproepen. De vrouw keek met vlagen, niet zo aandachtig als voorheen. “Maak je om mij maar geen zorgen hoor,” zei ze. Ze voelde mij goed aan, realiseerde ik me. “Ik ga niet zomaar dood,” voegde ze er nog aan toe. In het sfeerbeeld schilderde ik een silhouet en er kwam er nog een bij. Ik liet me hierbij leiden door het moment, de sfeer, mijn intuïtie en zag wat mijn handen creëerden. Na afloop bedankte de vrouw mij, ze vond het prachtig. En weer gaf ze aan dat ik me geen zorgen hoefde te maken. 

Die nacht is de vrouw overleden. Had ik het goed aangevoeld en had ze mij gerust willen stellen om rustig te kunnen loslaten? Allemaal gedachtes gingen door mij heen, maar het gevoel van dankbaarheid overheerste. Dankbaar dat ik haar nog iets heb kunnen geven. Dankbaar dat ze in haar slaap, zonder lange lijdensweg mocht gaan. 

Haar mantelzorger vertelde me dat de schildering met haar is meegegaan in de kist. Mijn lijf reageerde met kippenvel en vulde zich met een eerbiedige stilte. Wat mag ik soms toch ontzettend dichtbij komen.

*Zie ook mijn blog 'Kunst om ondersteboven van te raken'.

maandag 27 februari 2017

Impressionistische tia's

Waar kunstschilders soms behoorlijk veel moeite voor moeten doen, ging bij de vrouw vanzelf. Haar trillende hand zorgde voor een impressionistische sfeer in het schilderwerk. De vele tia's hadden blijkbaar ook nog iets goeds gebracht. 

Ze woonde nog niet zo lang in het verpleeghuis. Thuiswonen ging niet meer, ze kon niet meer voor zichzelf zorgen en ook voor de mantelzorger was de zorgvraag te zwaar. Het besef dat haar gezondheid haar in de steek liet, viel haar zwaar, vooral omdat ze door haar bedlegerigheid ook sociaal gezien niet in beweging kon komen. 

Het was mooi om te zien wat er gebeurde: elke sessie weer fleurde ze tijdens het schilderen helemaal op. Ze had er plezier in, merkte dat er iets was wat ze nog wel kon en waar ze zelfs nog in vooruit kon gaan. Aanvankelijk schilderde ze met trillende hand. "Van de tia's," zei de vrouw. Ik vond het wel iets impressionistisch hebben; kunstschilders moeten er soms behoorlijk moeite voor doen met korte, snelle toets te werken en bij haar ging het vanzelf. "Dat die vele tia's toch nog iets goeds hebben gebracht," zeiden we in de eerste paar sessies tegen elkaar. De eerste paar, want daarna werd het trillen minder, werd ze vaster van hand en gleed haar penseel rustig over het papier. Omdat ze schilderde liggend vanuit bed, reikte ik haar steeds de verf aan en wisselden we steeds van penseel. De vrouw vond het leuk als ik ook stukjes schilderde; dan kon ze even de kunst afkijken.

Alle schilderwerken kregen een plekje aan de muur, zodat ze er vanuit bed naar kon kijken en genieten. Wat dat deed ze; ze genoot van de kleuren (we schilderden vaak landschappen) en leek daar troost uit te halen op moeilijke momenten. Ook de familie reageerde enthousiast: haar impressionistische bloempotje (uit de eerste sessie) werd ingelijst, bestellingen werden doorgegeven. De vrouw knapte ervan op, werd positiever en kwam weer in haar kracht te staan. Natuurlijk bleef het gemis van gezondheid en het besef van de achteruitgang, maar er was ook iets om dit leed te verzachten en kracht uit te halen. En dat ook had in sociaal opzicht een positieve uitwerking! 

maandag 30 januari 2017

Liefde voor later

Ik kreeg kippenvel, een brok in mijn keel en wat vochtige ogen. Ik bedankte de man dat ik hem heb mogen helpen bij dit proces en vooral bedankte ik hem dat hij zo open alles met mij heeft gedeeld. "Ik ga dit zeker doorvertellen." Door die woorden werd hij geraakt. 

Hoewel bij kunstzinnige therapie het proces centraal staat en het resultaat van ondergeschikt belang is, blijft er altijd een concreet werkstuk over na de sessie. Meestal wordt het opgehangen op de kamer van de patiënt, soms wordt het meegegeven aan naasten en familie en krijgt het in huis een mooi plekje; zo is hun geliefde toch een beetje in de buurt.

Als een patiënt jonge kinderen heeft, gebruik ik deze vaak als ingang voor het gesprek. Meestal komt er dan achter de zieke patiënt ineens een trotse vader of moeder tevoorschijn, krijg ik foto's en filmpjes te zien en vooral liefdevolle verhalen te horen.

Als kunstzinnig therapeut mag ik vaak heel dichtbij komen; naast de fijne verhalen, komt ook de angst ter sprake. Angst om het niet te redden, de kinderen niet te zien opgroeien, er niet te kunnen zijn op belangrijke momenten zoals een diploma-uitreiking, een huwelijksfeest of wanneer de kinderen zelf vader of moeder worden. Regelmatig kan ik handvatten aanreiken die verder reiken dan het schilderen en tekenen.

Zo heb ik een jonge moeder geholpen bij het schrijven van brieven aan haar drie jonge kinderen. Ik vroeg haar wat het eerste was wat ze dacht toen het kindje geboren was, wat zij en haar kind voor iets speciaals hebben (iets alleen van hen), een bijzondere anekdote en natuurlijk wat ze haar kind wilde toewensen. Terwijl zij antwoord gaf op de vragen, schreef ik alles op, las ik het tussendoor voor en vroeg ik door. Het waren bijzondere momenten, ondanks de ernstige aanleiding. Er waren zelfs momenten dat de vrouw schaterde van het lachen. Na het samenstellen van de derde brief is de jonge vrouw overleden. 

Met een andere patiënt bracht ik 'de herinneringsdoos' ter sprake. Samen brainstormden we wat er in zou kunnen: een sieraad voor de 18e verjaardag, babyslofjes voor het moment dat zijn toen nog jonge kinderen zelf pappa of mamma zouden worden, foto's van mooie momenten (met namen en contactgegevens van vrienden die over pappa zouden kunnen vertellen), een pet die hij vroeger (nog voor de tijd dat hij vader werd) droeg bij het werken op een groot schip enz. Daarnaast verzonnen we vragen die hij zijn vrouw liet stellen, terwijl een vriend alles filmde; zo bleef ook zijn stem, mimiek en manier van bewegen bewaard. "Het was hilarisch!" vertelde de man mij nadat alles was opgenomen. De vriend had namelijk nog wat vragen toegevoegd, zoals 'Wanneer was je voor het eerst dronken?' en 'Hoe heb je mamma verkering gevraagd?'. Ook liet de man mij een filmpje zien van een kinderliedje wat hij samen met een muzikale vriend had samengesteld en opgenomen. Toen ik het zag en hoorde, raakte het me: ik kreeg kippenvel, een brok in mijn keel en wat vochtige ogen.

Ik bedankte de man dat ik hem heb mogen helpen bij dit proces en vooral dat hij zo open alles met mij deelde. "Ik ga dit zeker doorvertellen." Door die woorden werd hij geraakt.