Niet alle cliënten of patiënten melden zich uit zichzelf aan
voor de kunstzinnige therapie. Vaak is er iemand nodig die hen erop wijst. Dat
kan een arts zijn of een psycholoog, maar ook een verpleegkundige, leerkracht of iemand in
de naaste omgeving. De beste verwijzers zijn vaak de mensen die zelf
kunstzinnige therapie hebben gevolgd of dit hebben ervaren in een
ervaringsgerichte klinische les of workshop. Met andere woorden: je moet er
eens van geproefd hebben!
In het ziekenhuis merk ik dat het aantal verwijzingen sterk
kan fluctueren: op verpleegafdelingen waar ik meer zichtbaar ben (omdat ik daar
patiënten begeleid) komen er ook meer verwijzingen, waardoor ik op die afdeling
dus zichtbaar blijf en vice versa. Ook merk ik dat de meegegeven indicatie
sterk kan verschillen: van heel specifiek tot redelijk vaag zoals ‘misschien is
het iets’. Door het inlezen in het patiëntendossier en het kennismakingsgesprek
met de patiënt kom ik vaak wel op een idee voor een eerste sessie en kan de
therapie starten. Gedurende de eerste sessie worden vaak de onderliggende thema’s
vanzelf duidelijk en geeft dit aanknopingspunten voor de verdere begeleiding. Uiteindelijk
kom je er dus wel, maar met een specifiekere verwijzing kom je er vaak wel sneller.
Gedurende een langere periode heb ik bijgehouden wie er met
name verwijzen, welke indicaties meegegeven worden en of de patiënt
daadwerkelijk mee wil doen met de kunstzinnige therapie. Studenten
verpleegkunde hebben bij de verwijzers onderzocht welke indicaties zij achteraf
konden benoemen, dus als de therapie al heeft plaatsgevonden. Hier bleek een
significant verschil: vooraf waren de indicaties vaak vaag, terwijl achteraf
veel preciezer kon worden benoemd wat het effect was van de therapie.
Verwijzers gaven tevens aan behoefte te hebben aan meer informatie over de
kunstzinnige therapie.
Onder verpleegkundigen (de belangrijkste verwijzers, bleek
uit het onderzoek) werden aandachtsvelders gevraagd: verpleegkundigen die open
staan voor de kunstzinnige therapie, nieuwsgierig zijn naar de mogelijkheden en
hun enthousiasme kunnen overbrengen op hun collega’s en met name de patiënten.
De aandachtsvelders is de mogelijkheid geboden een proefsessie kunstzinnige
therapie te volgen, in de veronderstelling dat het zelf ervaren bij kan dragen
aan de beeldvorming.
Dit proeven gebeurt ook buiten het ziekenhuis, bijvoorbeeld
in mijn eigen atelier/ praktijk. De afgelopen jaren heb ik heel wat
(oud-)collega’s (uit het onderwijs of de zorg) in het atelier ontvangen om deel te nemen
aan een workshop of cursus. Het effect is vaak verwondering door de kracht van
het materiaal en de techniek en de betekenis van het beeld wat ontstaat. Van ‘heerlijk
om te doen’ en ‘ik wist niet dat ik dat kon’ tot ‘ik herken mezelf in de manier
van werken’ of ‘het beeld toont hoe ik me van binnen voel’. Zelf ben ik vaak
verwonderd over de totale stilte die er tijdens het werken is, ondanks de soms best
wel grote groepen. Iedereen wordt als het ware in zijn eigen werk gezogen, gaat
daar op ontdekkingsreis tussen vorm, kleur en beweging; het kopje thee wordt
vaak koud (als men er niet al per ongeluk de penseel in heeft gedoopt) en de
tijd wordt vergeten.
Kom ook eens proeven van de kunstzinnige therapie en merk
het effect op je beeldvorming als mogelijke verwijzer, maar bovenal: merk hoe
het ook je eigen levenskracht aanspreekt en bijdraagt aan je eigen gezondheid. Je
kunt immers pas echt iets goed voorschotelen als je er zelf van geproefd hebt!
Kom ook eens proeven van de kunstzinnige therapie! |
Yvonne Peschier
kunstzinnig vaktherapeut beeldend
www.kunstzinnigetherapie.info
yvonne@kunstzinnigetherapie.info