Je versterkt je waarneming, je vergroot je woordenschat, je leert dingen in een context te zien, je leert je in het standpunt van een ander te verplaatsen en het is bovendien ook nog ontzettend leuk om te doen. Ik heb het over het gezamenlijk kijken en praten over kunst. Ik heb het over Visual Thinking Strategies (VTS), een eenvoudige methode met veelbelovende effecten.
Proefje: zoek een maatje, ga naar het museum, kies een kunstwerk en kijk er samen aandachtig naar. Vraag 1: Wat denk je dat er gebeurt? Redelijke kans dan jullie allebei een ander antwoord geven en dat beide antwoorden goed zijn. Nu ook meteen vraag 2: Waaraan zie je dat? ... En ben je door het antwoord van je maatje anders gaan kijken? Kreeg je daardoor een ander deel van het kunstwerk in beeld? Zijn jullie door elkaars antwoorden ook verbanden gaan leggen en details in de context gaan zien? Er is ook nog een derde vraag, grote kans dat jullie daar al mee bezig waren: Wat kunnen we nog meer ontdekken? En natuurlijk kun je daar weer op inhaken met vraag 1 en 2.
De vragen bij VTS
Vraag 1: Wat gebeurt er (op deze afbeelding)?
Vraag 2: Waaraan zie je dat?
Vraag 3: Wat kunnen we nog meer ontdekken?
Deze drie vragen geven je de ruimte goed te kijken zonder te oordelen; je hoeft immers niet te bepalen wat je van het kunstwerk vindt. Deze drie vragen nodigen je uit je beide hersenhelften te gebruiken, omdat je een beeld ziet (rechterhersenhelft) en er taal aan geeft (linkerhersenhelft). En andersom: een ander noemt iets (taal > linkerhersenhelft) en jij kijkt of je het ook ziet (beeld > rechterhersenhelft). Deze vragen stimuleren je details te plaatsen in het geheel (Waaraan zie je dat?) en nog langer door te kijken (Wat kunnen we nog meer ontdekken?). Geen wonder dat deze methode in de revalidatie (bij mensen met Niet Aangeboren Hersenletsel, NAH) en in het onderwijs (denk aan de resultaten voor een vak als begrijpend lezen) veelbelovende effecten laat zien.
Het leuke van samen kunst kijken is dat iedereen kan meedoen op zijn eigen niveau. Zo kunnen kinderen met leerproblemen ook succeservaringen beleven, terwijl ze tegelijkertijd de vaardigheden trainen die het leerproces bevorderen. En cliënten met NAH kunnen elkaar aanvullen als door afasie even niet de woorden gevonden kunnen worden om uit te drukken wat waargenomen wordt. Maar natuurlijk is deze methode voor iedereen leuk om te doen. Ik gebruik 'm zelf ook als ik samen met anderen naar een museum ga. De gesprekken die dan ontstaan voor het gekozen schilderij geven een veel diepere beleving aan het kunstwerk. En door het actief samen kijken, zouden we ook samen het bordje kunnen schrijven wat bij het kunstwerk hangt.
In de kunstzinnige therapie gebruik ik VTS en andere methodieken (zoals de fenomenologie) om naar kunst te kijken. Ik merk aan mijn cliënten dat het ze in het 'hier en nu' brengt, vooral als start van de sessie is dat een prettig effect. Cliënten geven aan dat de waarnemingsoefeningen helpen om bij de feiten te blijven en piekergedachtes geen of minder kans krijgen. Ze passen de oefeningen dus ook buiten de sessies toe in het dagelijks leven. En dat is toch precies wat je iedere cliënt toewenst! Overigens geef ik geen therapie in het museum hoor; ik gebruik kunstkaarten uit museumwinkels of van WikiArt.