maandag 27 maart 2017

Je bent nooit te oud om te leren

96 jaar was ze, mijn oudste cliënt ooit. Ze had last van doofheid en kon daardoor moeilijk communiceren. Een isolement lag op de loer. Na alles wat ze in haar leven had meegemaakt, waren dat twee redenen waarom ik werd gevraagd kennis met haar te maken. 

Ze vond de kunstzinnige therapie geweldig! Ze keek er elke week weer naar uit, genoot met volle teugen tijdens het contact en ze keek er ook met veel plezier op terug. We schilderden samen op één vel. De schilderplank rustte op onze bovenbenen (de tafel was te hoog voor de tengere dame), zodat ik ondersteboven moest werken (iets wat ik overigens vaker doe*). Ze wilde alles leren en lette daarom goed op: haar ogen en handen volgden mijn penseel als ik liet zien wat ik bedoelde qua technieken (uitleggen ging natuurlijk niet door haar doofheid). Ze maakte dikwijls grapjes als “Doe ik het goed? Anders krijg ik een standje van de meester.” De medewerkers van het verpleeghuis gebruikten de teken- en schilderwerken vaak als mogelijkheid contact met de vrouw te leggen. Iets wat haar ontzettend goed deed. 

De laatste weken ging ze hard achteruit, maar ze wilde blijven schilderen. “Je knapt er toch zo van op hè,” zei ze dan. Op een dag gaf ze aan dat we maar een keertje over moesten slaan. Ik kreeg meteen een voorgevoel. “Ik kan ook voor u schilderen,” stelde ik voor. “Dan kunt u lekker kijken en hoeft u zich niet in te spannen. Zie het maar als een cadeautje,” voegde ik er nog aan toe, zodat ze me niet zou wegsturen. 

Even later schilderde ik voor haar een sfeerbeeld met zachte tinten, donker van buiten, lichter naar binnen toe, een beeld wat geborgenheid kan oproepen. De vrouw keek met vlagen, niet zo aandachtig als voorheen. “Maak je om mij maar geen zorgen hoor,” zei ze. Ze voelde mij goed aan, realiseerde ik me. “Ik ga niet zomaar dood,” voegde ze er nog aan toe. In het sfeerbeeld schilderde ik een silhouet en er kwam er nog een bij. Ik liet me hierbij leiden door het moment, de sfeer, mijn intuïtie en zag wat mijn handen creëerden. Na afloop bedankte de vrouw mij, ze vond het prachtig. En weer gaf ze aan dat ik me geen zorgen hoefde te maken. 

Die nacht is de vrouw overleden. Had ik het goed aangevoeld en had ze mij gerust willen stellen om rustig te kunnen loslaten? Allemaal gedachtes gingen door mij heen, maar het gevoel van dankbaarheid overheerste. Dankbaar dat ik haar nog iets heb kunnen geven. Dankbaar dat ze in haar slaap, zonder lange lijdensweg mocht gaan. 

Haar mantelzorger vertelde me dat de schildering met haar is meegegaan in de kist. Mijn lijf reageerde met kippenvel en vulde zich met een eerbiedige stilte. Wat mag ik soms toch ontzettend dichtbij komen.

*Zie ook mijn blog 'Kunst om ondersteboven van te raken'.

maandag 27 februari 2017

Impressionistische tia's

Waar kunstschilders soms behoorlijk veel moeite voor moeten doen, ging bij de vrouw vanzelf. Haar trillende hand zorgde voor een impressionistische sfeer in het schilderwerk. De vele tia's hadden blijkbaar ook nog iets goeds gebracht. 

Ze woonde nog niet zo lang in het verpleeghuis. Thuiswonen ging niet meer, ze kon niet meer voor zichzelf zorgen en ook voor de mantelzorger was de zorgvraag te zwaar. Het besef dat haar gezondheid haar in de steek liet, viel haar zwaar, vooral omdat ze door haar bedlegerigheid ook sociaal gezien niet in beweging kon komen. 

Het was mooi om te zien wat er gebeurde: elke sessie weer fleurde ze tijdens het schilderen helemaal op. Ze had er plezier in, merkte dat er iets was wat ze nog wel kon en waar ze zelfs nog in vooruit kon gaan. Aanvankelijk schilderde ze met trillende hand. "Van de tia's," zei de vrouw. Ik vond het wel iets impressionistisch hebben; kunstschilders moeten er soms behoorlijk moeite voor doen met korte, snelle toets te werken en bij haar ging het vanzelf. "Dat die vele tia's toch nog iets goeds hebben gebracht," zeiden we in de eerste paar sessies tegen elkaar. De eerste paar, want daarna werd het trillen minder, werd ze vaster van hand en gleed haar penseel rustig over het papier. Omdat ze schilderde liggend vanuit bed, reikte ik haar steeds de verf aan en wisselden we steeds van penseel. De vrouw vond het leuk als ik ook stukjes schilderde; dan kon ze even de kunst afkijken.

Alle schilderwerken kregen een plekje aan de muur, zodat ze er vanuit bed naar kon kijken en genieten. Wat dat deed ze; ze genoot van de kleuren (we schilderden vaak landschappen) en leek daar troost uit te halen op moeilijke momenten. Ook de familie reageerde enthousiast: haar impressionistische bloempotje (uit de eerste sessie) werd ingelijst, bestellingen werden doorgegeven. De vrouw knapte ervan op, werd positiever en kwam weer in haar kracht te staan. Natuurlijk bleef het gemis van gezondheid en het besef van de achteruitgang, maar er was ook iets om dit leed te verzachten en kracht uit te halen. En dat ook had in sociaal opzicht een positieve uitwerking! 

maandag 30 januari 2017

Liefde voor later

Ik kreeg kippenvel, een brok in mijn keel en wat vochtige ogen. Ik bedankte de man dat ik hem heb mogen helpen bij dit proces en vooral bedankte ik hem dat hij zo open alles met mij heeft gedeeld. "Ik ga dit zeker doorvertellen." Door die woorden werd hij geraakt. 

Hoewel bij kunstzinnige therapie het proces centraal staat en het resultaat van ondergeschikt belang is, blijft er altijd een concreet werkstuk over na de sessie. Meestal wordt het opgehangen op de kamer van de patiënt, soms wordt het meegegeven aan naasten en familie en krijgt het in huis een mooi plekje; zo is hun geliefde toch een beetje in de buurt.

Als een patiënt jonge kinderen heeft, gebruik ik deze vaak als ingang voor het gesprek. Meestal komt er dan achter de zieke patiënt ineens een trotse vader of moeder tevoorschijn, krijg ik foto's en filmpjes te zien en vooral liefdevolle verhalen te horen.

Als kunstzinnig therapeut mag ik vaak heel dichtbij komen; naast de fijne verhalen, komt ook de angst ter sprake. Angst om het niet te redden, de kinderen niet te zien opgroeien, er niet te kunnen zijn op belangrijke momenten zoals een diploma-uitreiking, een huwelijksfeest of wanneer de kinderen zelf vader of moeder worden. Regelmatig kan ik handvatten aanreiken die verder reiken dan het schilderen en tekenen.

Zo heb ik een jonge moeder geholpen bij het schrijven van brieven aan haar drie jonge kinderen. Ik vroeg haar wat het eerste was wat ze dacht toen het kindje geboren was, wat zij en haar kind voor iets speciaals hebben (iets alleen van hen), een bijzondere anekdote en natuurlijk wat ze haar kind wilde toewensen. Terwijl zij antwoord gaf op de vragen, schreef ik alles op, las ik het tussendoor voor en vroeg ik door. Het waren bijzondere momenten, ondanks de ernstige aanleiding. Er waren zelfs momenten dat de vrouw schaterde van het lachen. Na het samenstellen van de derde brief is de jonge vrouw overleden. 

Met een andere patiënt bracht ik 'de herinneringsdoos' ter sprake. Samen brainstormden we wat er in zou kunnen: een sieraad voor de 18e verjaardag, babyslofjes voor het moment dat zijn toen nog jonge kinderen zelf pappa of mamma zouden worden, foto's van mooie momenten (met namen en contactgegevens van vrienden die over pappa zouden kunnen vertellen), een pet die hij vroeger (nog voor de tijd dat hij vader werd) droeg bij het werken op een groot schip enz. Daarnaast verzonnen we vragen die hij zijn vrouw liet stellen, terwijl een vriend alles filmde; zo bleef ook zijn stem, mimiek en manier van bewegen bewaard. "Het was hilarisch!" vertelde de man mij nadat alles was opgenomen. De vriend had namelijk nog wat vragen toegevoegd, zoals 'Wanneer was je voor het eerst dronken?' en 'Hoe heb je mamma verkering gevraagd?'. Ook liet de man mij een filmpje zien van een kinderliedje wat hij samen met een muzikale vriend had samengesteld en opgenomen. Toen ik het zag en hoorde, raakte het me: ik kreeg kippenvel, een brok in mijn keel en wat vochtige ogen.

Ik bedankte de man dat ik hem heb mogen helpen bij dit proces en vooral dat hij zo open alles met mij deelde. "Ik ga dit zeker doorvertellen." Door die woorden werd hij geraakt.

donderdag 27 oktober 2016

Levenskunst: Vruchten van het leven


Het gaat niet om kennis, het is geen lesje kunstgeschiedenis, het werk dient ‘slechts’ als middel om met elkaar in gesprek te gaan.

"Door deze groep kijk ik ook weer aandachtiger naar de schilderijtjes op mijn kamer," zei de 93-jarige dame. "Ik merk dat ik nu dingen zie die ik voorheen nooit gezien heb." “Het zet me aan het denken,” zei een andere dame (ook rond de 90), "vooral als ik 's nachts niet kan slapen, dan mijmer ik nog even door over de gesprekken en de kunstwerken.” “Mijn dochter vindt het fijn dat ik hier aan mee doe, "vertelde weer een andere dame (dik in de 80), "dit is het enige waar ik mijn kamer voor af kom," vulde ze aan.

Twee keer per maand komen de ouderen uit het verpleeghuis naar een van de woonkamers waar de tafelezel klaar staat met een kopie (helaas geen echte, dat zou natuurlijk helemaal te gek zijn) van een kunstwerk. We kijken er samen naar, praten over wat we zien en wat er gebeurt en veelal komt ook de symboliek ter sprake die in de werken schuil gaat. Het gaat niet om kennis, het is geen lesje kunstgeschiedenis, het werk dienst ‘slechts’ als middel om met elkaar in gesprek te gaan.

Als er veel te zien valt op een schilderij (zoals bijvoorbeeld bij de Boerenbruiloft van Breugel) praten we langer over wat we zien. Valt er minder te zien op een werk, (zoals bij de Oude Schoenen van Van Gogh) dan maken we sneller de stap naar de eigen biografie: “Waar hebben uw voeten u zoal gebracht?” “Ongelofelijk,” zei de enige heer van het gezelschap, "dat we een heel gesprek hebben over een schilderij met alleen maar een paar schoenen!” De heer had vroeger (tot zo'n 10 jaar geleden) zelf veel geschilderd en zijn kamer in het huis laat hij maar wat graag zien aan een ieder die door de gang van het verpleeghuis loopt.

Iedere keer zoek ik een passende tekst (meestal een gedicht) bij het schilderij. Een van de dames leest maar wat graag deze tekst voor en doet dat vol overgave, alsof ze op het toneel staat en het publiek in de zaal moet vermaken. Elke keer weer (we laten het haar meestal zo'n drie keer voordragen) komt ze meer en meer in haar kracht, gaat ze meer rechtop zitten en steeds meer stralen. De andere ouderen gunnen haar dit moment en genieten van de beeldende wijze van voordragen. 

De groep komt nu ook zelf met initiatieven, zoals zelfgemaakte kunstwerken of thema’s die de interesse hebben: dans, muziek, abstracte kunst. Het valt de deelnemers op hoe lang we kunnen kijken naar één werkstuk (terwijl je in een museum vaak amper de tijd neemt) en hoeveel we naar aanleiding daarvan kunnen bespreken. Juist doordat het geen lesje kunstgeschiedenis is en het dus niet gaat om goed of fout, om iets weten of niet weten. Juist omdat het gaat over het leven zelf, de beelden en gedichten deze herinneringen wakker maken en de gesprekken voor verbinding zorgen, daarom is deze kunstgroep die ‘Vruchten van het leven’ heet zo’n meerwaarde voor de bewoners van het verpleeghuis. Hier komen ze hun kamer voor af, dit geeft zin en voldoende stof tot mijmeren in slapeloze nachten.

Als een bewoner niet meer fysiek in staat is deel te nemen aan de groep (omdat het te intensief is) ga ik na de bijeenkomst nog even langs met een kopie van het kunstwerk en het gedicht. De ontroering die dit brengt is zo bijzonder: in de twinkeling in de ogen en de rimpelige glimlach rond de mond komen de vruchten van het leven voor even weer helemaal tot leven!
---

*De naam Vruchten van het leven is bedacht door Jacqueline Stoop, een bevlogen kunstzinnig therapeut en docent van de opleiding kunstzinnige therapie met een groot hart voor de ouderenzorg. 

dinsdag 27 september 2016

Kleur als medicijn

"Dankjewel, je hebt me weer vrolijk gemaakt! Ik word er zelfs emotioneel van, merk je het?” “Graag gedaan en blijven schilderen hè, het is voor u echt een medicijn,” zei ik tegen de patiënt in de isolatiekamer. “Beloofd!” zei hij stralend.

Ik had met de man gesluierd, een aquarel schildertechniek waarbij je heel transparante laagjes deels over elkaar schildert. Door de transparante manier van werken ligt je voorstelling niet meteen vast, maar ontstaat het al schilderend. Ook het steeds weer draaien van het papier zorgt ervoor dat je vooral bezig bent met het proces, met het hier en nu. Alle aandacht voor de sluier en de terughouding die het vraagt. Met als effect het heel intens beleven van de kleur. En dat laatste was voor de man het meest medicinaal geweest. Het had zijn heimwee (hij had het na al die weken wel gehad in deze kamer waar geen raam open kan en hij letterlijk afgesneden was van de wereld buiten) verzacht en zijn van nature optimistische aard weer kracht gegeven.

Een zelfde effect merk ik ben mijn cursisten in mijn atelier. Zij werken een aantal maanden achtereen wekelijks aan een eigen sluiering. Het is een proces met pieken en dalen; pieken bij intense kleurbelevingen, mooi gelukte sluiers, het zichtbaar worden van de figuratie; dalen bij strubbelingen met de techniek, de zoektocht naar de figuratie en de worsteling foutjes te integreren. Gedurende de weken zie ik mijn cursisten steeds vrolijker worden en ook krachtiger. Een van mijn cursisten vertelde meer in haar kracht te zijn gaan staan en op het werk had het voor haar geresulteerd in een positieve wending. Ook buiten de wekelijkse sluiercursus had de ik-kracht en positiviteit doorgewerkt, hoe mooi is dat!

Ook zelf sluier ik graag: het is voor mij een momentje mindfulness. Met mijn volledige aandacht werk ik aan de juiste water-pigmentoplossing van de verf, zorgvuldig kies ik de plek voor de nieuwe sluier, bepaal ik de grootte (en dus de hoeveelheid verf), zet ik mijn penseel in de juiste richting op het papier en werk ik samen met de zwaartekracht aan elk sluiertje. Na elk sluiertje neem ik even afstand om te ‘overleggen’ met het werk; wat is het effect van deze sluier? Wat is nu nodig? Waar op het papier? Moet ik ‘m dan draaien? Het is een langzaam maar daardoor heel intens proces. Ook na het schilderen leven de kleuren en de steeds zichtbaarder wordende figuratie door de ziel en geven ze kracht en positiviteit.

Wat bijzonder is het toch, dat sluieren: een mindfulle techniek met een medicinale kleurbeleving voor een sterk makende ik-kracht. Oja, en zonder bijwerkingen!



maandag 26 september 2016

Schilderen met aandacht

“Ik kijk elke week weer ernaar uit, weet je dat? Het geeft me zoveel plezier en ontspanning. Even niet bezig zijn met het ziek zijn en het levert nog iets moois op ook. Ik lijst ze in als ik weer thuis ben en weet je, thuis ga ik zeker door met schilderen, het is zo fijn om te doen!”

Met een enorm hoge ademhaling kwam ze de ruimte binnen. Ze had zich gehaast, want ze was na het wekken weer in slaap gevallen. "Ik slaap 's nachts zo slecht, ik lig maar te malen en piekeren en 's ochtends word ik niet wakker. Jouw therapie wil ik absoluut niet missen, het is zo'n fijn begin van de week.”

De verpleegkundig specialist had de vrouw die revalideerde op de longafdeling verwezen naar de kunstzinnige therapie, omdat er achter haar benauwdheid (achter haar nicotineverslaving) een groot onverwerkt verdriet schuilging.

Ze kreeg de therapie individueel, alle aandacht was voor haar. We namen de tijd voor alle handelingen: het rustig in- en uitademen, de penseelstreek over het papier bij elke uitademing en als ze iets wilde zeggen, moest ze eerst haar penseel neerleggen. Tijdens het schilderen was het stil, zodat de volledige aandacht bij het schilderen en de ademhaling was.

We schilderden aanvankelijk veel met blauwtinten, omdat deze rust en ruimte geven. Het geel voegden we later toe waardoor licht verscheen in het werk en ook bij de vrouw. Ze begon te stralen en merkte dat ze vrolijker werd.

Gaandeweg de weken werd de vrouw rustiger, zakte haar ademhaling (ook buiten de sessies, omdat ze nu veel bewuster uitademde) en leek het verdriet een plaatsje te krijgen. De vrouw had haar gezonde krachten weer gevonden, daar positiviteit uitgehaald en acceptatie gevonden, door te schilderen met aandacht.



woensdag 10 februari 2016

Heel klein en tegelijk wonderlijk groot

In de zieken- en verpleeghuizen werk ik als kunstzinnig therapeut veelal met kwetsbare volwassenen en ouderen. Ze hebben heel wat meegemaakt gedurende hun leven, zoals ouderen met dementie. Of ze zijn plotsklaps uit het leven gerukt door een hersenbloeding of de diagnose kanker. Allemaal zijn ze geraakt en kwetsbaar door het ziekte- en/ of behandelproces.

De oudere dame zat altijd op dezelfde plek aan tafel in de huiskamer van de woongroep. Grote delen van de dag had ze de ogen gesloten, maar slapen deed ze dan niet. Als ik haar naam noemde om haar iets te vragen of te laten zien, gingen de ogen weer open en reageerde ze adequaat. Meestal deed ze mee als we in de groep door middel van kunst mooie levensherinneringen deelden: met open ogen en een grote glimlach volgde ze het gesprek, knikte ze af en toe instemmend, gaf ze antwoord als ze 'aan de beurt was' en maakte ze zelfstandig een kleine tekening passend bij het onderwerp. Ze was gauw tevreden, dat bleek uit haar kleine tekeningen en korte antwoorden. Pure eenvoud, het hoefde van haar niet zo groots. Was dat de reden dat haar ogen in mijn sessies bijna altijd open waren; de radio ging dan uit, de medewerkers op de groep hielden zich wat op de achtergrond en een sfeer van rust en ruimte vulde dan de groep. Ruimte die de bewoners vulden met hun verhalen en gesprekken. Ruimte om de ogen te openen, innerlijk in beweging te komen en een eenvoudige tekening te maken. De vrouw is nu mijn graadmeter: als ze de ogen open heeft, is het klein genoeg en is er ruimte genoeg om mee te doen. Klein houden met groots effect, wat een mooie eyeopener! 

Daar lag ze dan: een fragiele vrouw onder het warme dekbed van het ziekenhuis. Ze glimlachte flauwtjes toen ze me zag, meer kracht had ze niet. Ik mocht voor haar schilderen. Vanuit haar bed keek ze naar het gekantelde bedtafeltje waar ik de schilderplaat op had bevestigd. Ze volgde mijn penseelstreek die in een rustig tempo en met gelijkmatige bewegingen het papier vulde. De kleuren hield ik zacht, bijna transparant: roze, zacht blauw, een beetje lila en wit. In haar ogen zag ik dat ze met haar volle aandacht bij de kleuren was, de glimlach die af en toe om haar mond verscheen, verraadde dat ze vermoedelijk al in de kleur was verdwenen. Na afloop bedankte ze me met haar blik en enkele woorden. Het werk moest in het raamkozijn, zodat de zon er doorheen kon schijnen en de kleuren nog transparanter werden. Tijdens deze hele sessie was alles klein: de keuze en intensiteit van de kleuren, de beweging van de penseel, zelfs in mijn mimiek bleef ik terughoudend en hield ik het bij een ontspannen glimlach. Maar, o wat had ze genoten! Hoe beeldschoon was haar blik op het schilderwerk in het raamkozijn. Wat een groots effect! 

Heel klein en tegelijk wonderlijk groot!


donderdag 24 december 2015

Het kerstverhaal spreekt nog altijd tot de verbeelding

De afgelopen weken heb ik de kracht van het kerstverhaal veelvuldig mogen ervaren. Hoewel het verhaal over het kindje in de stal al meer dan 2000 jaar geleden zich moet hebben afgespeeld ergens ver weg van hier, spreekt het nog altijd tot de verbeelding.


Het was rustig in de woonkamer van het verpleeghuis met dementerende ouderen. Ik besloot de rust te behouden en de cd met het Avé Maria zachtjes aan te zetten. Er kwam direct een reactie: sommige dames wiegden zachtjes heen en weer, anderen sloten de ogen en glimlachten. Ik nam plaats aan tafel en liet de dames een afbeelding zien van een kunstwerk van een Madonna met kind. Ze vonden het prachtig. Stapje voor stapje tekende ik de afbeelding na en zagen ze de Madonna met kind ook op het tekenpapier verschijnen. Door de kleine stapjes in het tekenen, konden de dames het goed volgen en kwamen ze meer en meer in de beleving. Waar zouden ze aan denken? Aan de tijd dat ze zelf moeder waren geworden en hun kinderen wiegden? Aan hun eigen kindertijd? Verbaal ontbrak het aan woorden om het duidelijk te maken, maar non-verbaal was er taal genoeg om te zien dat een diep gevoel was geraakt.


Zo ook bij de anders zo onrustige, oudere man in een andere woongroep. Ook daar was het stil op de groep en kon al zijn aandacht uitgaan naar de kunstafbeelding van de kerststal. Hij wees de figuren één voor één aan en leek het verhaal te willen vertellen. Omdat hij de woorden niet kon vinden, gaf ik hem de taal waarna hij bevestigend reageerde. Tijdens het tekenen keek de man hoe stap voor stap de afbeelding verscheen. Hij genoot ervan, zoveel zelfs dat hij zijn boterham met hagelslag nog even uitstelde. Zou hij denken aan zijn eigen kindertijd en aan zijn moeder waar hij het zo vaak over had de laatste tijd?



Niet alleen voor mensen met dementie spreekt het kerstverhaal tot de verbeelding. Ook de ernstig zieken in het zieken- of verpleeghuis dromen maar wat graag weg naar de vredige stal. Toen ik voor een ernstig zieke dame de kerstgroep tekende en zij het proces liggend vanuit haar bed volgde door het af en toe openen van de ogen, leek haar ziekte bij elke pastelstreek meer en meer naar de achtergrond te verdwijnen. Ik zag zelfs een twinkeling in haar ogen verschijnen, evenals een glimlach op haar gezicht en zag ik het goed dat ze langzaam zich steeds meer ging oprichten? Ik hoopte dat ze zich even zou mogen voelen als het kindje in de stal, veilig in de armen van de verpleegkundige als Maria, beschermd door de arts als Jozef. Veilig, warm en zorgeloos.


Het kerstverhaal, het verhaal over het kindje in de stal ergens ver weg van hier en al zo lang geleden, maar tegelijkertijd ook weer zo eigentijds en zo ontzettend dichtbij. Het spreekt nog altijd tot de verbeelding.

maandag 30 november 2015

Een moment om in te lijsten

Het was allemaal duidelijk zichtbaar, want de mist was opgetrokken. De man was even helemaal wakker. Wat een bijzonder moment. Een moment om in te lijsten.

In de kunstzinnige therapie probeer ik binnen de sessies echt contact te maken. Contact met de mens achter de patiënt of cliënt, contact met de gezonde kern. Bij mensen met dementie is het vaak een zoektocht door de mist en lukt het niet altijd echt contact te maken. Als het wel lukt en de mist optrekt en de oudere weer even helemaal ontwaakt, is dat een heel bijzonder moment.

De man had een wat passieve houding, nam overal rustig de tijd voor en maakte zich niet druk. Het praten ging langzaam (vaak met slechts enkele woorden), maar meestal was hij stil en nam hij de gebeurtenissen in de groep waar zonder actief deel te nemen. Voor mij was het een zoektocht hoe ik de man kon activeren, niet alleen lichamelijk (door iets te gaan doen), maar vooral innerlijk achter de mist van dementie. 

Op een dag, het was in de periode van pepernoten en marsepein, liet ik de man een afbeelding zien. Een afbeelding van een schilderij met een Sint Nicolaas tafereel. De man nam belangstellend de afbeelding in zijn handen en liet zijn blik rustig gaan over het tafereel. Terwijl hij aandachtig de afbeelding bestudeerde, begon hij te wijzen: 'Sint Nicolaas!' sprak hij luid. Ik gaf aan dat ik Sint Nicolaas ook zag. De man ging verder. Hij wees naar een stoel en een man, hij wees naar Zwarte Piet, naar de gedekte tafel en de kinderen aan tafel en telkens noemde hij wat hij zag. Soms herhaalde ik het en formuleerde ik zinnen die de verbale en non-verbale uiting van de man samen brachten. De man reageerde daar weer enthousiast op door mijn zin te herhalen of door 'ja... ja... ja...' te zeggen. De man werd steeds enthousiaster en ging steeds meer vertellen over de afbeelding; de woorden en korte zinnen stroomden naar buiten. Ook in zijn gezicht was het enthousiasme zichtbaar: er waren lachrimpeltjes in zijn gezicht verschenen en met twinkelende ogen keek hij helder de wereld in. Het was duidelijk dat de man zich helemaal kon inleven in het Sint Nicolaas tafereel. Het was duidelijk dat allerlei fijne herinneringen aan die tijd weer boven kwamen. 

Het was allemaal duidelijk zichtbaar, want de mist was opgetrokken. De man was even helemaal wakker. Wat een bijzonder moment. Een moment om in te lijsten!


zaterdag 31 oktober 2015

De dementie was even helemaal weg

Dikwijls dwalen dementerenden af als ik even moet focussen op mijn tekenwerk. Het contact wordt dan minder, omdat ik even op mijn techniek moet letten en minder kan letten op de oudere naast me. Maar vandaag was het anders.

"Wat is het mooiste, meest bijzondere wat u ooit heeft gezien?" vroeg ik aan vijf oudere dames met dementie. Ik keek opzij en zag een twinkeling in de ogen en een grote glimlach. "Dat is het moment dat mijn kinderen werden geboren en ze op mijn buik werden gelegd," zei de dame vol trots. In haar ogen zag ik de ontroering die een andere vrouw ook voelde: "Ik voel het ook, ik krijg er helemaal kippenvel van." De andere dames bleven stil, maar waren vol aandacht voor hetgeen verteld werd. Het was duidelijk dat ook zij het mee konden beleven. 

"Daar werd niet over gesproken," zei een dame toen ze vertelde dat zij in het ziekenhuis haar kinderen ter wereld moest brengen. "Ik wist niet wat er ging gebeuren, dat is nu wel anders. Mensen zijn meer open." "De vroedvrouw, daar kon je altijd bij aankloppen," zei een andere vrouw, "een telefoon hadden we nog niet." Over de nauwe band met de buren werd ook gesproken: "Je hield elkaar gewoon in de gaten, was er voor elkaar, niet dat je zomaar bij elkaar naar binnenliep, maar je wist wie er naast je woonden." Het gesprek ging verder over de namen en vernoemingen van de kinderen, het aantal kinderen, kleinkinderen en achterkleinkinderen en soms viel het even stil en keken ze naar de tekening die ik voor de dames maakte. Een tekening van een baby'tje, klein en pasgeboren. Onder hun ogen ontstond het, werd het kindje geboren uit de sfeer van dierbare herinneringen. 

Dit keer tekende ik voor, omdat de dames zo beter in de beleving konden blijven en zich niet druk hoefden te maken over de techniek. Spannend was het nu helemaal, omdat het natuurlijk ook echt mooi moest worden, het ging immers om het meest mooie moment ooit. Ik wisselde af met het gesprek leiden (iets wat deze keer eigenlijk vanzelf ging) en de concentratie om het beeld goed neer te kunnen zetten.

Dikwijls dwalen dementerenden af als ik even moet focussen op mijn tekenwerk. Het contact wordt dan minder, omdat ik even op mijn techniek moet letten en minder kan letten op de oudere naast me. Maar vandaag was het anders: de dames bleven vol aandacht kijken, bleven betrokken bij het onderwerp en raakten niet uitgepraat. De twinkeling in de ogen is gebleven, de herinnering nog springlevend, het enthousiasme en de wakkerheid vierden hoogtij. De dementie was even helemaal weg.