woensdag 30 augustus 2017

De kunst van het concentreren

De boeken zijn gekaft, de agenda is nog vrijwel leeg; het nieuwe schooljaar is begonnen. Het is altijd weer even inkomen na zo’n lange zomervakantie waarin niets moet en alles mag. Waar voor de een het nieuwe schooljaar vol zit met uitdagingen van nieuwe leerstof, wordt het voor de ander een uitdaging vooral het hoofd boven water te houden met de grote hoeveelheid huiswerk. Veel scholieren kampen met concentratieproblemen, maar daar is wat aan te doen.

In mijn praktijk begeleid ik naast volwassenen en basisschoolkinderen ook scholieren en jongeren. In deze levensfase speelt het meedoen een grote rol: sociale contacten, erbij horen, steun van anderen, samen leuke dingen doen, maar ook zorg voor de ander. Zo maakte een middelbare scholiere zich ontzettend veel zorgen om een goede vriendin die leed aan een ernstige ziekte. De zorgen hadden grote invloed op haar dagelijkse leven: ze sliep slecht, zat niet lekker in haar vel, had moeite met concentreren, moeite met hulp vragen en ze had moeite het overzicht te houden over haar agenda.

In de therapie hebben we eerst ingespeeld op het ontspannen: het hoofd leegmaken door al tekenend en schilderend vooral in de sfeer te blijven, met mooie, fijne kleuren, een rustige penseelstreek en lettend op de ademhaling. Als het werk af was, bekeken we het vaak van verschillende kanten en bespraken we of dat juist wel of niet fijn voelde en waar dit dan aan lag. Met de tips voor thuis ging ze wisselend aan de slag: soms met veel enthousiasme, de andere keer vergat ze de tips toe te passen.

Na verloop van tijd kon ze de zorgen iets meer van zich afzetten en konden we de stap maken naar het waarnemend tekenen. Ze koos een afbeelding die ze mooi vond en die nog redelijk overzichtelijk was. Stap voor stap tekenden we de afbeelding na, werkend vanuit het geheel met grote kleurvlakken naar meer details en vorm. Door deze manier konden we overzicht houden over het geheel, daarbij steeds afstand nemen en alle details plaatsen in de context van het groter geheel. We hebben meerdere keren aan de tekening gewerkt, waardoor ze ervaren heeft dat iets niet in één keer af moet zijn en dat je (als je weer fris kijkt) soms ineens ziet wat er moet gebeuren. Ze heeft toen ook het natekenen thuis uitgeprobeerd.

Tot slot zijn we aan de slag gegaan met geometrisch tekenen. Wiskundige (ze had overigens een hekel aan wiskunde) vormen verschenen op het papier met behulp van een passer, geodriehoek, liniaal en diverse tekenmaterialen. We bouwden de figuren op in moeilijkheidsgraad, moesten steeds goed kijken of het nog klopte en konden na afloop als beloning het geheel (op geordende wijze) kleur geven en er zo kunstwerkjes van maken. Ze raakte ontzettend enthousiast en ging ook thuis (en soms ook tijdens de les op school) geometrisch tekenen. We bespraken op welke momenten ze het beste de oefeningen kon inzetten: voorafgaand en tussen het huiswerk maken door en steeds beperkt qua tijd; ze zette daarvoor een timer in. Ze leerde te voelen wanneer haar concentratie afnam, zette dan de oefeningen in en pakte daarna het leerwerk weer op. Vol trots liet ze de geometrische kunstwerken zien die ze thuis had gemaakt.

De laatste sessies van het traject hebben we de frequentie afgebouwd en niet meer wekelijks afgesproken. Ook gaf ik haar de opdracht na te denken in hoeverre ze mij nog nodig had. In de sessies hebben we een start gemaakt met het tekenen van een Keltisch vlechtwerk; ze vond het leuk het voorbeeld te ontwarren en stapje voor stapje haar eigen vlechtwerk te creëren. De laatste keer kwam ze vol vertrouwen en met een stralende lach mijn atelier binnen, ze was er klaar voor af te ronden: ze maakte zich minder zorgen, had een betere concentratie en dit werd bevestigd door de goede cijfers van de laatste proefwerkweek. Vol vertrouwen kon ze nu haar eigen therapeut zijn als het nodig was: schilderen bij zorgen, waarnemend tekenen om afstand te nemen en overzicht te houden en natuurlijk het geometrisch tekenen om haar concentratie te stimuleren.

En zorgzaam als ze was, heeft ze zelfs verschillende klasgenoten kunstzinnige therapie aangeraden. De kracht zit ‘m wat haar betreft in de creatieve insteek en de individuele benadering. Dus beste ouders en docenten van scholieren, denk eens aan kunstzinnige therapie als je je zorgen maakt om een leerling. Vaak betaalt de aanvullende zorgverzekering daar ook nog een stukje in mee. 


Geometrisch tekenen: ordenen, structureren, overzicht houden;
ook concentreren kun je leren! 
Meer informatie en aanmelden: www.kunstzinnigetherapie.info
Praktijk 'Kunstzinnige Therapie Yvonne Peschier'

zondag 6 augustus 2017

Met een potlood kijk je beter!


In de zomer trekken we er op uit, lekker naar buiten. Heb je er wel eens aan gedacht in je tas ook wat tekenspullen te stoppen? Gewoon een potloodje met een klein schetsboekje kan al voldoende zijn. Maar natuurlijk kun je ook diverse (kleur)potloden, aquarelverf en penselen meenemen. Wat je daarmee gaat doen? Gewoon tekenen wat je ziet!

Als je gaat tekenen wat je ziet, ga je anders kijken naar de wereld om je heen.

Ten eerste kijk je al beter om je heen of je ergens iets ziet wat jij wilt schetsen. Dat kan van alles zijn: van gebouwen en terrasjes tot de flora en fauna die je omgeving rijk is. Het kan groot, bijvoorbeeld een landschap of skyline, maar ook klein, bijvoorbeeld de bloemetjes op het tafeltje van het terras waar je net bent neergestreken.

Ten tweede kijk je beter naar je gekozen object, omdat je het zo precies mogelijk gaat natekenen. Je zult goed moeten kijken naar de precieze vormen, de onderlinge verhoudingen, de lichtval en ga zo maar door. In het Rijksmuseum zeggen ze niet voor niets: “Met een potlood kijk je beter.” (Je kunt in het museum deelnemen aan de populaire tekentours.)

Ten derde gebeurt er nog iets: het object wat je getekend hebt, heb je je mee verbonden voor een langere tijd; je hebt het goed bekeken (hierbij gebruik je je hoofd) en het nagetekend (hierbij gebruik je ook je lijf). Grote kans dat het object beter wordt opgeslagen in je herinnering en je elke keer als je het weer ziet, je iets bijzonders voelt bij dat object. Een gevoel van herkenning en verbinding, mogelijk zelfs een gevoel van enthousiasme.

Genoeg redenen dus om je tekenspullen mee te nemen als je op pad gaat. En wil je ook eens in groepsverband tekenen: doe dan mee met een ‘sketchcrawl’, een evenement waarin enthousiastelingen gezamenlijk gaan tekenen in een vooraf bepaalde plek in een stad. Het voordeel van het gezamenlijke zit ‘m in de uitwisseling: je inspireert elkaar en je verbetert daardoor je techniek. En het is nog gezellig ook om samen te tekenen, zo blijkt ook uit de animo voor de tekentours in het museum. Deel je je schetsen op Instagram of in één van de Facebookgroepen? Ik ga je volgen en wie weet ontmoeten we elkaar een keer op een van de ‘sketchcrawls’, leuk!


zondag 28 mei 2017

Tijd om je innerlijk kind wakker te maken!

Waarom mag kunst en creativiteit niet gewoon een proces zijn waarbij je lekker mag spelen en experimenteren zonder dat het iets hoeft voor te stellen?

In mijn praktijk begeleid ik veel kinderen in de basisschoolleeftijd. Aan het einde van elke sessie laat het kind dikwijls trots zien wat hij/zij heeft gecreëerd. Vaak reageren de ouders met de beste bedoelingen met een ‘Wat mooi!’ of een belangstellend ‘Wat is het?’, niet beseffende dat met zulke opmerkingen het resultaat voorop wordt gesteld en het werkstuk dus iets moet voorstellen. Het komt ook voor dat kinderen uit zichzelf gaan vertellen wat het moet voorstellen, zelfs als tijdens de sessie daar helemaal niet over gesproken is en de ouders daar ook helemaal niet naar vragen. Waar komt dit toch vandaan?

Als ik in het ziekenhuis, verpleeghuis of revalidatiecentrum naar nieuwe patiënten/ cliënten wordt verwezen, is regelmatig de eerste reactie: “Ik ben helemaal niet kunstzinnig.” Ook wordt er gereageerd met: “Ik kan helemaal niet schilderen of tekenen.” Vrijwel altijd moet ik dan uitleggen dat bij kunstzinnige therapie het resultaat helemaal niet belangrijk is, maar dat het gaat om het proces n.a.v. een hulpvraag, doel of thema. Bij volwassenen lijkt er dus een enorme drempel te zijn om met kunst en creativiteit aan de slag te gaan. Waar komt dit toch vandaan?

Waarom mag kunst en creativiteit niet gewoon een proces zijn waarbij je lekker mag spelen en experimenteren zonder dat het iets hoeft voor te stellen?

Zou het te maken hebben met de tijd waarin we leven in een maatschappij waarin productiviteit, prestaties en opbrengstgericht werken centraal staan?

Karel Appel
Misschien zijn we dan juist wel toe aan bevrijdende, spontane kunst, waarin het experimenteren voorop staat. Een tijd waarin volwassenen hun innerlijk kind wakker maken en het creëren het doel is niet de creatie. Een tijd waarin een kind ook weer kind mag zijn en niet geremd wordt door (creatieve) faalangst.

Als kunstzinnig therapeut ben ik vrijwel dagelijks getuige van het ontwaken van het innerlijk kind. Het ontwaken wat gepaard gaat met enthousiasme, energie en vooral licht en lucht, waarbij de zwaarte verdwijnt, het allemaal niet meer zo precies hoeft, grenzen worden verkend en het plezier voorop staat. En dit zie je ook terug in de werkstukken: beweging, dynamiek, expressie, spontaniteit, plezier!

En zo’n werkstuk nodigt natuurlijk uit voor een gesprek, waarin je vooral over het proces vragen kunt stellen. Je zou bijvoorbeeld kunnen vragen hoe het was om te doen of kunnen informeren hoe het werk ontstaan is. Daarbij kun je informeren naar de manier van werken, maar ook naar de volgorde waarin het ontstaan is. Je zou het werk kunnen draaien en het samen eens van de andere kant bekijken. En zo zijn er nog veel meer mogelijkheden.

Door deze manier van werken, kijken en het bespreken merk ik dat niet alleen het (innerlijk) kind gedurende het therapeutisch traject groeit, maar ook de ouders (of de naasten) groeien mee. Hoe mooi is dat! 

donderdag 27 april 2017

De boom-huis-mens-tekening

Dit jaar bestaat mijn praktijk 5 jaar, een mooie reden om eens de aandacht te besteden aan de doelgroep die ik de afgelopen jaren het meest in de praktijk heb gehad: kinderen.

Kunstzinnige therapie bij kinderen

Als de balans tussen lichaam, ziel en geest verstoord is, geven kinderen signalen. Dit kunnen lichamelijke of sociaal-emotionele signalen zijn zoals buikpijn, hoofdpijn, astma, eczeem, piekeren, nachtmerries, somberheid, bedplassen, nagelbijten, pesten of gepest worden, (faal)angst, onzekerheid, concentratieproblemen, nare gedachten hebben…
  
Kunstzinnige therapie kan helpen deze balans weer te vinden. Zo kan een angstig kind weer zelfvertrouwen ontwikkelen, een overbeweeglijk kind leren omgaan met grenzen of een somber kind weer kleur leren ervaren en in beweging komen.

Kunstzinnige therapie kan ondersteuning bieden bij ontwikkelingsstoornissen zoals ADHD of autisme. Kunstzinnige therapie kan tevens ondersteunend werken bij kinderen met leesproblemen en dyslexie. De bovengenoemde signalen kunnen ook bij deze kinderen voorkomen, naast de problematiek van de stoornis.
  
Het fijne van kunstzinnige therapie is, dat er niet altijd een gesprek nodig is. Zo kunnen ook kinderen die moeilijk kunnen communiceren zich toch uiten. Daarbij is het creatief en kunstzinnig bezigzijn iets wat kinderen over het algemeen graag doen.

De boom-huis-mens-tekening

In deze blog wil ik graag de aandacht besteden aan één van mijn vaste opdrachten: de boom-huis-mens-tekening. Deze tekenopdracht geef ik zowel aan het begin als aan het einde van het traject. Dezelfde tekenopdracht dus, zodat goed zichtbaar kan worden wat de ontwikkelingen zijn. In de laatste sessie, waarin we (het kind, de ouders en ik) terugblikken op het hele traject, kijken we goed naar de twee tekeningen. Wat zien we? Wat valt op? Hoe voelt het? Herken je dit?

Zo had ik laatst een meisje die op de eerste tekening een mensfiguurtje had getekend die gebogen stond en hard aan het werk was (aan het sneeuwscheppen). Op de laatste tekening stond het figuurtje rechtop en stond er een schommel in de buurt om lekker te kunnen spelen. Ik vroeg het meisje zo te gaan staan als in de tekeningen en aan te geven hoe het voelt. Bij de tweede houding begon ze te stralen, zo voelde ze zich nu, ze was enorm gegroeid gedurende het traject!

Een ander voorbeeld van hoe goed de boom-huis-mens-tekening zichtbaar maakt wat de ontwikkelingen zijn, is van de 4-jarige Huub. Kijk en vergelijk. In slechts 12 weken tijd is Huub ontzettend gegroeid. In de tekening wordt het zelfvertrouwen goed zichtbaar: Huub durft weer, voelt zich vrij en blij, hij loopt niet meer vast, begint gewoon en merkt dat het lukt. En dit is exact het beeld op sociaal-emotioneel gebied: Huub kan praten over zijn gevoelens, is weer vrolijk en blij en in de klas laat hij zich nu ook zien (op een fijne manier).


Uiteraard kun je nog veel meer informatie aflezen uit de boom-huis-mens-tekening, die je samen met je observaties en in gesprek met de ouders kunt interpreteren.

Wil je meer weten over de effecten van kunstzinnige therapie voor kinderen? Lees dan ook mijn blog kunstzinnige therapie brengt kinderen spelenderwijs in balans.


maandag 27 maart 2017

Je bent nooit te oud om te leren

96 jaar was ze, mijn oudste cliënt ooit. Ze had last van doofheid en kon daardoor moeilijk communiceren. Een isolement lag op de loer. Na alles wat ze in haar leven had meegemaakt, waren dat twee redenen waarom ik werd gevraagd kennis met haar te maken. 

Ze vond de kunstzinnige therapie geweldig! Ze keek er elke week weer naar uit, genoot met volle teugen tijdens het contact en ze keek er ook met veel plezier op terug. We schilderden samen op één vel. De schilderplank rustte op onze bovenbenen (de tafel was te hoog voor de tengere dame), zodat ik ondersteboven moest werken (iets wat ik overigens vaker doe*). Ze wilde alles leren en lette daarom goed op: haar ogen en handen volgden mijn penseel als ik liet zien wat ik bedoelde qua technieken (uitleggen ging natuurlijk niet door haar doofheid). Ze maakte dikwijls grapjes als “Doe ik het goed? Anders krijg ik een standje van de meester.” De medewerkers van het verpleeghuis gebruikten de teken- en schilderwerken vaak als mogelijkheid contact met de vrouw te leggen. Iets wat haar ontzettend goed deed. 

De laatste weken ging ze hard achteruit, maar ze wilde blijven schilderen. “Je knapt er toch zo van op hè,” zei ze dan. Op een dag gaf ze aan dat we maar een keertje over moesten slaan. Ik kreeg meteen een voorgevoel. “Ik kan ook voor u schilderen,” stelde ik voor. “Dan kunt u lekker kijken en hoeft u zich niet in te spannen. Zie het maar als een cadeautje,” voegde ik er nog aan toe, zodat ze me niet zou wegsturen. 

Even later schilderde ik voor haar een sfeerbeeld met zachte tinten, donker van buiten, lichter naar binnen toe, een beeld wat geborgenheid kan oproepen. De vrouw keek met vlagen, niet zo aandachtig als voorheen. “Maak je om mij maar geen zorgen hoor,” zei ze. Ze voelde mij goed aan, realiseerde ik me. “Ik ga niet zomaar dood,” voegde ze er nog aan toe. In het sfeerbeeld schilderde ik een silhouet en er kwam er nog een bij. Ik liet me hierbij leiden door het moment, de sfeer, mijn intuïtie en zag wat mijn handen creëerden. Na afloop bedankte de vrouw mij, ze vond het prachtig. En weer gaf ze aan dat ik me geen zorgen hoefde te maken. 

Die nacht is de vrouw overleden. Had ik het goed aangevoeld en had ze mij gerust willen stellen om rustig te kunnen loslaten? Allemaal gedachtes gingen door mij heen, maar het gevoel van dankbaarheid overheerste. Dankbaar dat ik haar nog iets heb kunnen geven. Dankbaar dat ze in haar slaap, zonder lange lijdensweg mocht gaan. 

Haar mantelzorger vertelde me dat de schildering met haar is meegegaan in de kist. Mijn lijf reageerde met kippenvel en vulde zich met een eerbiedige stilte. Wat mag ik soms toch ontzettend dichtbij komen.

*Zie ook mijn blog 'Kunst om ondersteboven van te raken'.

maandag 27 februari 2017

Impressionistische tia's

Waar kunstschilders soms behoorlijk veel moeite voor moeten doen, ging bij de vrouw vanzelf. Haar trillende hand zorgde voor een impressionistische sfeer in het schilderwerk. De vele tia's hadden blijkbaar ook nog iets goeds gebracht. 

Ze woonde nog niet zo lang in het verpleeghuis. Thuiswonen ging niet meer, ze kon niet meer voor zichzelf zorgen en ook voor de mantelzorger was de zorgvraag te zwaar. Het besef dat haar gezondheid haar in de steek liet, viel haar zwaar, vooral omdat ze door haar bedlegerigheid ook sociaal gezien niet in beweging kon komen. 

Het was mooi om te zien wat er gebeurde: elke sessie weer fleurde ze tijdens het schilderen helemaal op. Ze had er plezier in, merkte dat er iets was wat ze nog wel kon en waar ze zelfs nog in vooruit kon gaan. Aanvankelijk schilderde ze met trillende hand. "Van de tia's," zei de vrouw. Ik vond het wel iets impressionistisch hebben; kunstschilders moeten er soms behoorlijk moeite voor doen met korte, snelle toets te werken en bij haar ging het vanzelf. "Dat die vele tia's toch nog iets goeds hebben gebracht," zeiden we in de eerste paar sessies tegen elkaar. De eerste paar, want daarna werd het trillen minder, werd ze vaster van hand en gleed haar penseel rustig over het papier. Omdat ze schilderde liggend vanuit bed, reikte ik haar steeds de verf aan en wisselden we steeds van penseel. De vrouw vond het leuk als ik ook stukjes schilderde; dan kon ze even de kunst afkijken.

Alle schilderwerken kregen een plekje aan de muur, zodat ze er vanuit bed naar kon kijken en genieten. Wat dat deed ze; ze genoot van de kleuren (we schilderden vaak landschappen) en leek daar troost uit te halen op moeilijke momenten. Ook de familie reageerde enthousiast: haar impressionistische bloempotje (uit de eerste sessie) werd ingelijst, bestellingen werden doorgegeven. De vrouw knapte ervan op, werd positiever en kwam weer in haar kracht te staan. Natuurlijk bleef het gemis van gezondheid en het besef van de achteruitgang, maar er was ook iets om dit leed te verzachten en kracht uit te halen. En dat ook had in sociaal opzicht een positieve uitwerking! 

maandag 30 januari 2017

Liefde voor later

Ik kreeg kippenvel, een brok in mijn keel en wat vochtige ogen. Ik bedankte de man dat ik hem heb mogen helpen bij dit proces en vooral bedankte ik hem dat hij zo open alles met mij heeft gedeeld. "Ik ga dit zeker doorvertellen." Door die woorden werd hij geraakt. 

Hoewel bij kunstzinnige therapie het proces centraal staat en het resultaat van ondergeschikt belang is, blijft er altijd een concreet werkstuk over na de sessie. Meestal wordt het opgehangen op de kamer van de patiënt, soms wordt het meegegeven aan naasten en familie en krijgt het in huis een mooi plekje; zo is hun geliefde toch een beetje in de buurt.

Als een patiënt jonge kinderen heeft, gebruik ik deze vaak als ingang voor het gesprek. Meestal komt er dan achter de zieke patiënt ineens een trotse vader of moeder tevoorschijn, krijg ik foto's en filmpjes te zien en vooral liefdevolle verhalen te horen.

Als kunstzinnig therapeut mag ik vaak heel dichtbij komen; naast de fijne verhalen, komt ook de angst ter sprake. Angst om het niet te redden, de kinderen niet te zien opgroeien, er niet te kunnen zijn op belangrijke momenten zoals een diploma-uitreiking, een huwelijksfeest of wanneer de kinderen zelf vader of moeder worden. Regelmatig kan ik handvatten aanreiken die verder reiken dan het schilderen en tekenen.

Zo heb ik een jonge moeder geholpen bij het schrijven van brieven aan haar drie jonge kinderen. Ik vroeg haar wat het eerste was wat ze dacht toen het kindje geboren was, wat zij en haar kind voor iets speciaals hebben (iets alleen van hen), een bijzondere anekdote en natuurlijk wat ze haar kind wilde toewensen. Terwijl zij antwoord gaf op de vragen, schreef ik alles op, las ik het tussendoor voor en vroeg ik door. Het waren bijzondere momenten, ondanks de ernstige aanleiding. Er waren zelfs momenten dat de vrouw schaterde van het lachen. Na het samenstellen van de derde brief is de jonge vrouw overleden. 

Met een andere patiënt bracht ik 'de herinneringsdoos' ter sprake. Samen brainstormden we wat er in zou kunnen: een sieraad voor de 18e verjaardag, babyslofjes voor het moment dat zijn toen nog jonge kinderen zelf pappa of mamma zouden worden, foto's van mooie momenten (met namen en contactgegevens van vrienden die over pappa zouden kunnen vertellen), een pet die hij vroeger (nog voor de tijd dat hij vader werd) droeg bij het werken op een groot schip enz. Daarnaast verzonnen we vragen die hij zijn vrouw liet stellen, terwijl een vriend alles filmde; zo bleef ook zijn stem, mimiek en manier van bewegen bewaard. "Het was hilarisch!" vertelde de man mij nadat alles was opgenomen. De vriend had namelijk nog wat vragen toegevoegd, zoals 'Wanneer was je voor het eerst dronken?' en 'Hoe heb je mamma verkering gevraagd?'. Ook liet de man mij een filmpje zien van een kinderliedje wat hij samen met een muzikale vriend had samengesteld en opgenomen. Toen ik het zag en hoorde, raakte het me: ik kreeg kippenvel, een brok in mijn keel en wat vochtige ogen.

Ik bedankte de man dat ik hem heb mogen helpen bij dit proces en vooral dat hij zo open alles met mij deelde. "Ik ga dit zeker doorvertellen." Door die woorden werd hij geraakt.

donderdag 27 oktober 2016

Levenskunst: Vruchten van het leven


Het gaat niet om kennis, het is geen lesje kunstgeschiedenis, het werk dient ‘slechts’ als middel om met elkaar in gesprek te gaan.

"Door deze groep kijk ik ook weer aandachtiger naar de schilderijtjes op mijn kamer," zei de 93-jarige dame. "Ik merk dat ik nu dingen zie die ik voorheen nooit gezien heb." “Het zet me aan het denken,” zei een andere dame (ook rond de 90), "vooral als ik 's nachts niet kan slapen, dan mijmer ik nog even door over de gesprekken en de kunstwerken.” “Mijn dochter vindt het fijn dat ik hier aan mee doe, "vertelde weer een andere dame (dik in de 80), "dit is het enige waar ik mijn kamer voor af kom," vulde ze aan.

Twee keer per maand komen de ouderen uit het verpleeghuis naar een van de woonkamers waar de tafelezel klaar staat met een kopie (helaas geen echte, dat zou natuurlijk helemaal te gek zijn) van een kunstwerk. We kijken er samen naar, praten over wat we zien en wat er gebeurt en veelal komt ook de symboliek ter sprake die in de werken schuil gaat. Het gaat niet om kennis, het is geen lesje kunstgeschiedenis, het werk dienst ‘slechts’ als middel om met elkaar in gesprek te gaan.

Als er veel te zien valt op een schilderij (zoals bijvoorbeeld bij de Boerenbruiloft van Breugel) praten we langer over wat we zien. Valt er minder te zien op een werk, (zoals bij de Oude Schoenen van Van Gogh) dan maken we sneller de stap naar de eigen biografie: “Waar hebben uw voeten u zoal gebracht?” “Ongelofelijk,” zei de enige heer van het gezelschap, "dat we een heel gesprek hebben over een schilderij met alleen maar een paar schoenen!” De heer had vroeger (tot zo'n 10 jaar geleden) zelf veel geschilderd en zijn kamer in het huis laat hij maar wat graag zien aan een ieder die door de gang van het verpleeghuis loopt.

Iedere keer zoek ik een passende tekst (meestal een gedicht) bij het schilderij. Een van de dames leest maar wat graag deze tekst voor en doet dat vol overgave, alsof ze op het toneel staat en het publiek in de zaal moet vermaken. Elke keer weer (we laten het haar meestal zo'n drie keer voordragen) komt ze meer en meer in haar kracht, gaat ze meer rechtop zitten en steeds meer stralen. De andere ouderen gunnen haar dit moment en genieten van de beeldende wijze van voordragen. 

De groep komt nu ook zelf met initiatieven, zoals zelfgemaakte kunstwerken of thema’s die de interesse hebben: dans, muziek, abstracte kunst. Het valt de deelnemers op hoe lang we kunnen kijken naar één werkstuk (terwijl je in een museum vaak amper de tijd neemt) en hoeveel we naar aanleiding daarvan kunnen bespreken. Juist doordat het geen lesje kunstgeschiedenis is en het dus niet gaat om goed of fout, om iets weten of niet weten. Juist omdat het gaat over het leven zelf, de beelden en gedichten deze herinneringen wakker maken en de gesprekken voor verbinding zorgen, daarom is deze kunstgroep die ‘Vruchten van het leven’ heet zo’n meerwaarde voor de bewoners van het verpleeghuis. Hier komen ze hun kamer voor af, dit geeft zin en voldoende stof tot mijmeren in slapeloze nachten.

Als een bewoner niet meer fysiek in staat is deel te nemen aan de groep (omdat het te intensief is) ga ik na de bijeenkomst nog even langs met een kopie van het kunstwerk en het gedicht. De ontroering die dit brengt is zo bijzonder: in de twinkeling in de ogen en de rimpelige glimlach rond de mond komen de vruchten van het leven voor even weer helemaal tot leven!
---

*De naam Vruchten van het leven is bedacht door Jacqueline Stoop, een bevlogen kunstzinnig therapeut en docent van de opleiding kunstzinnige therapie met een groot hart voor de ouderenzorg. 

dinsdag 27 september 2016

Kleur als medicijn

"Dankjewel, je hebt me weer vrolijk gemaakt! Ik word er zelfs emotioneel van, merk je het?” “Graag gedaan en blijven schilderen hè, het is voor u echt een medicijn,” zei ik tegen de patiënt in de isolatiekamer. “Beloofd!” zei hij stralend.

Ik had met de man gesluierd, een aquarel schildertechniek waarbij je heel transparante laagjes deels over elkaar schildert. Door de transparante manier van werken ligt je voorstelling niet meteen vast, maar ontstaat het al schilderend. Ook het steeds weer draaien van het papier zorgt ervoor dat je vooral bezig bent met het proces, met het hier en nu. Alle aandacht voor de sluier en de terughouding die het vraagt. Met als effect het heel intens beleven van de kleur. En dat laatste was voor de man het meest medicinaal geweest. Het had zijn heimwee (hij had het na al die weken wel gehad in deze kamer waar geen raam open kan en hij letterlijk afgesneden was van de wereld buiten) verzacht en zijn van nature optimistische aard weer kracht gegeven.

Een zelfde effect merk ik ben mijn cursisten in mijn atelier. Zij werken een aantal maanden achtereen wekelijks aan een eigen sluiering. Het is een proces met pieken en dalen; pieken bij intense kleurbelevingen, mooi gelukte sluiers, het zichtbaar worden van de figuratie; dalen bij strubbelingen met de techniek, de zoektocht naar de figuratie en de worsteling foutjes te integreren. Gedurende de weken zie ik mijn cursisten steeds vrolijker worden en ook krachtiger. Een van mijn cursisten vertelde meer in haar kracht te zijn gaan staan en op het werk had het voor haar geresulteerd in een positieve wending. Ook buiten de wekelijkse sluiercursus had de ik-kracht en positiviteit doorgewerkt, hoe mooi is dat!

Ook zelf sluier ik graag: het is voor mij een momentje mindfulness. Met mijn volledige aandacht werk ik aan de juiste water-pigmentoplossing van de verf, zorgvuldig kies ik de plek voor de nieuwe sluier, bepaal ik de grootte (en dus de hoeveelheid verf), zet ik mijn penseel in de juiste richting op het papier en werk ik samen met de zwaartekracht aan elk sluiertje. Na elk sluiertje neem ik even afstand om te ‘overleggen’ met het werk; wat is het effect van deze sluier? Wat is nu nodig? Waar op het papier? Moet ik ‘m dan draaien? Het is een langzaam maar daardoor heel intens proces. Ook na het schilderen leven de kleuren en de steeds zichtbaarder wordende figuratie door de ziel en geven ze kracht en positiviteit.

Wat bijzonder is het toch, dat sluieren: een mindfulle techniek met een medicinale kleurbeleving voor een sterk makende ik-kracht. Oja, en zonder bijwerkingen!



maandag 26 september 2016

Schilderen met aandacht

“Ik kijk elke week weer ernaar uit, weet je dat? Het geeft me zoveel plezier en ontspanning. Even niet bezig zijn met het ziek zijn en het levert nog iets moois op ook. Ik lijst ze in als ik weer thuis ben en weet je, thuis ga ik zeker door met schilderen, het is zo fijn om te doen!”

Met een enorm hoge ademhaling kwam ze de ruimte binnen. Ze had zich gehaast, want ze was na het wekken weer in slaap gevallen. "Ik slaap 's nachts zo slecht, ik lig maar te malen en piekeren en 's ochtends word ik niet wakker. Jouw therapie wil ik absoluut niet missen, het is zo'n fijn begin van de week.”

De verpleegkundig specialist had de vrouw die revalideerde op de longafdeling verwezen naar de kunstzinnige therapie, omdat er achter haar benauwdheid (achter haar nicotineverslaving) een groot onverwerkt verdriet schuilging.

Ze kreeg de therapie individueel, alle aandacht was voor haar. We namen de tijd voor alle handelingen: het rustig in- en uitademen, de penseelstreek over het papier bij elke uitademing en als ze iets wilde zeggen, moest ze eerst haar penseel neerleggen. Tijdens het schilderen was het stil, zodat de volledige aandacht bij het schilderen en de ademhaling was.

We schilderden aanvankelijk veel met blauwtinten, omdat deze rust en ruimte geven. Het geel voegden we later toe waardoor licht verscheen in het werk en ook bij de vrouw. Ze begon te stralen en merkte dat ze vrolijker werd.

Gaandeweg de weken werd de vrouw rustiger, zakte haar ademhaling (ook buiten de sessies, omdat ze nu veel bewuster uitademde) en leek het verdriet een plaatsje te krijgen. De vrouw had haar gezonde krachten weer gevonden, daar positiviteit uitgehaald en acceptatie gevonden, door te schilderen met aandacht.